route China

Reisverslag China: Hong Kong – West China – Beijing

Hong Kong

Na aankomst op het nieuwe vliegveld in Hong Kong in 20 minuten in het centrum met de speciale express trein. Vanuit “Central” per metro verder naar het geboekte hotel. Het gereserveerde hotel ligt in een zeer levendige wijk. Tenminste, daar had het moeten liggen. Het adres bleek niet te bestaan en bovendien had niemand in de omgeving ooit van het hotel gehoord. Na ruim een half uur zoeken maar de moed opgegeven en op jacht gegaan naar een andere slaapplek. Dat bleek niet zo makkelijk, want blijkbaar was het hoogseizoen. De wijk oogde al niet zo aantrekkelijk, maar de hotels die kamers per uur verhuurde deed toch vermoeden dat het misschien beter was om een andere buurt op te zoeken voor wat nachtrust.

Hong Kong zelf leeft dag en nacht. Het stadsgebied lijkt enerzijds te bestaan uit vele wolkenkrabbers en anderzijds uit duizenden winkeltjes. Het lijkt alsof elke Chinees hier een winkeltje heeft. Het is erg verleidelijk om veel te kopen, maar ik heb me toch maar ingehouden. Echt goedkoop is het daar trouwens niet.

De verkeerschaos is ook iets om niet snel te vergeten. Opvallend is dat men op de weg links houdt, maar dat 90% van de voetgangers rechts houdt. Alleen op plaatsen waar men nog links wordt gedirigeerd d.m.v. pijlen of roltrappen houdt men doorgaans wel links aan. Niet erg handig dus.

Macau

Vanuit Hong Kong vertrekt bijna elk kwartier een turbojet boot richting Macau (voormalige Portugese kolonie), voornamelijk gevuld met goklustige Hong Kong Chinezen die de casino’s van Macau bezoeken. In een uurtje ben je er. Afgezien van een paar oude kerken en wat parkjes bleek er voor de niet gokkende toerist weinig te bezichtigen. Het is wel een erg relaxte omgeving, zeker na de drukte van Hong Kong.

Guangzhou

Met de High Speed Train (gemiddeld zo’n 60 km per uur…) vanuit Hong Kong naar Guangzhou, alwaar ik werd opgepikt door medewerkers van een instituut waar Engels wordt gegeven aan Chinezen studenten. Ik was een aantal weken geleden door hen benaderd om Engels te babbelen met Chinese studenten. Al snel werd duidelijk dat ik de eerste bezoeker was en dat er nog geen studenten waren omdat men nog geen goede leraren Engels had kunnen vinden. Erg leeg was het dus en bovendien was het pand nog niet afgebouwd. De mensen daar waren echter erg vriendelijk en reden mij naar waar ik ook maar heen wilde. Ook meegegeten met en paar Chinese families; gelukkig geen maagklachten aan overgehouden

De verkeerschaos in deze stad is onbeschrijfelijk. Het principe lijkt te zijn dat altijd voorrang neemt, ongeacht de richting waar je vandaan komt. Stoplichten zijn goede indicaties, maar blijkbaar niet bepalend. Men voegt in, zwenkt en stopt zonder te kijken naar het verkeer achter zich. Oversteken en fietsen is daar spelen met je leven.

Uit deze stad wegkomen was nog een zware klus. In China heeft men rond 1 mei een aantal dagen vakantie, met het gevolg dat er een ware volksverhuizing plaatsvindt. Het station bleek totaal belegerd. Het plein ervoor had meer weg van een vluchtelingenkamp, met her en der provisorisch opgezette beschuttingen tegen de zon en gas-pitjes waarop gekookt werd. Leden van de ordedienst stonden verspreid over het plein op kratjes en schreeuwden druk in hun megafoons. Voor de ingang van het station stond een muurtje politieagenten om te zorgen dat alleen de mensen voor de eerstvolgende trein het station inkwamen. Een kaartje bemachtigen zat er dus niet in. Via het staatsreisbureau boeken bleek ook al weinig zin te hebben, aangezien alle treinkaartjes voor de komende zes dagen (waar ook heen) uitverkocht waren.

Tweede optie was een ferry, maar helaas bleken alle ferries een week eerder als onveilig te zijn bestempeld en waren daarom uit de vaart waren genomen. Derde optie was de bus. Dit lukte gelukkig wel, aangezien alleen het busstation van vertrek bustickets verkoopt. Erg handig was dat mijn gastheren de kaartjes voor me kochten, want het busstation was ook een enorme chaos. Het was een slaapbus, maar de 1,50 m die je per persoon hebt is niet echt toereikend (toch altijd beter dan zitplaats). Het is 1300 km naar Guilin.

Er zijn geen echte bezienswaardigheden in Guanzhou. Het is echter een interessante plaats om wat in rond te dwalen, met name over de soms wat bizarre markten.

Yangshou

In de bus naar Guilin bleken nog twee andere toeristen te zitten met hun reisleidster. Die had blijkbaar geregeld dat de bus extra stopte in Yangzhou (twee uur omrijden). Dat kwam mooi uit, want daar wilde ik uiteindelijk ook naartoe. Helaas bleek dat we daar al om 05:00 aankwamen. Hoewel nogal vroeg, stond daar al een aardig welkomstcomité ons op te wachten van taxichauffeurs en scout van hotels. De reisleidster had voor haar mensen een goedkoop hotel geregeld, waar ik met haar hulp ook terecht kon.

Yangshou is toch wel een van de mooiere plaatsen op aarde en is bovendien een backpackers paradijs. De eerste dagtocht hier was een vier uur durende boottocht over de rivier. De foto hiernaast geeft goed weer hoe het uitzicht was. Het was een budget tour, dus na een rit van een uur in een minibus werd overgestapt in een een gammel bootje, met een wel erg lawaaierige motor. Klapstoeltjes werden neergezet die dienst deden als zitplaatsen en de tocht kon beginnen. Erg mooi allemaal. Er waren veel tourboten op de rivier aangezien het deze week in China vakantie is en dit gebied een van de populairste bestemmingen in China voor Chinezen is. De tocht werd onderweg even onderbroken bij een dorpje, waar men totaal overrompeld bleek te zijn door de komst van de groep buitenlanders.

De tweede excursie was een fietstocht langs de heuvels, dorpjes en rijstvelden. Ook weer erg mooi allemaal. Blijkbaar kwamen er langs die route nogal wat toeristen, want op de meest onverwachte plaatsen doken de “hello postcard” en “hello water” verkopers op. Woorden waar je in China al snel niet meer op reageert. Er was een stop bij het huis van onze gids, die aldaar lunch voor ons kookte (Chinezen eten 3x per dag warm). Het dorpje waar ze woonde was aan de ander kant van een rivier. Er was wel een oversteekplaats van een 3 meter breed waar het water maar 20 cm diep was. Het stromende water was aardig koud, de ondergrond soms glad en het feit dat een boer met z’n drie koeien ons halverwege tegemoet kwam (!) maakte het ook al niet makkelijker.

Onderweg een befaamde grot bezocht. De toegangsprijs was belachelijk hoog. Onze gids sprak wel was engels maar wist blijkbaar niets over grot. Voor het bezichtigen van de grot was nogal wat acrobatiek nodig. De route liep via gaten van soms maar 1 meter hoog, trappetjes, touwen en een 1 persoons vlot om aan de andere kant van een ondergrondse rivier te komen. Toen we weer buiten stonden waren we allemaal volledig uitgeput en onder de modder. Geen grotten meer deze vakantie…

Een andere stop was het beklimmen van een beroemde heuvel. Uiteraard had niemand ons verteld dat het meer dan 800 treden was, maar het het was het waard want het uitzicht boven was hemels.

Guilin

‘s morgens een minibusje vanuit Yangzhou genomen naar Guilin. De minibusjes zijn een fenomeen apart. Naast erg krappe zitplaatsen, hebben deze busjes ook staanplaatsen (gezien de hoogte van de busjes is dat alleen bedoeld voor Chinezen. Ook al denk je dat het busje helemaal vol zit, toch worden er onderweg regelmatig nog extra mensen ingeladen, inclusief bagage (bijv half levende kippen of in een soort handtas gerolde lawaaiige biggetjes). Liefst wordt er ook nog flik gerookt.

De reis duurt 1,5 uur en onderweg raakte ik aan de praat met een Chinese lerares die met een aantal collega’s op stap is. Ik nodigde haar uit om ergens te gaan lunchen. Vooraf moest ik uiteraard nog even naar het station om een kaartje te bemachtigen voor de trein naar Kunming. Haar hulp kwam daarbij erg goed van pas. Alle treinen naar Kunming blijken voor de komende 6 dagen te zijn volgeboekt. Naar Nanning waren vanaf 4 mei weer kaartjes beschikbaar. Het werd dus Nanning.

De lunchplek liet ik de dame uitzoeken. We kwamen terecht in een restaurant boven in een warenhuis. Het was een soort cafetariasysteem waar het eten uitgestald stond en kon aanwijzen wat je wilde hebben. Mijn principe is dat ik eten dat me aankijkt niet hoef te hebben. Hierdoor viel 25% van het menu af. Voor de rest liet ik me maar verrassen. Het was erg lekker. In Zuid China zijn trouwens nogal wat banketbakkerijen. Die waren daar veel eerder dan in Europa.

In Guilin de oude stadsmuur bezichtigd en een karsten heuveltje beklommen (die midden op de foto). Hordes Chinese toeristen bezoeken Guilin jaarlijks.

Guilin – Nanning – Kunming

Erg vroeg opgestaan om de trein naar Nanning te halen. De taxi naar Guilin kon gelukkig gedeeld worden met twee Deense dames, maar de taxi chauffeur bleek ons naar de verkeerde stad te rijden. Met veel moeite konden we hem duidelijk maken dat hij verkeerd reed.

Het station van Guilin was nog vrij rustig toen ik aankwam, maar de vertrekhal raakte al snel overvol, ook al was die alleen bestemd voor de trein naar Nanning. Een groot hek met hangsloten moest er voor zorgen dat de menigte niet op het perron kon komen voordat de trein arriveerde. Tegen de tijd dat de trein arriveerde nam de druk op het hek toe. Drie mensen vielen flauw in het gedrang. Toen de hekken openging vond een ware stampede plaats, waarbij de honderden mensen zich al rennend en duwend richting trein begaven. Er worden namelijk ook staanplaatsen verkocht, die feitelijk zitplaatsen zijn als blijkt dat niemand de zitplaats heeft gereserveerd. Je moet in de praktijk dus altijd mensen van je gereserveerde zitplaats verwijderen, wat wel enige overtuigingskracht vergt. Ik dat mijn ticket laten upgraden naar soft sleeper, aangezien ik niet wist wat mij na Nanning te wachten stond. Ik bleek een hele coupe (vier bedden) voor mij alleen te hebben. Heerlijk geslapen gedurende deze 7 uur durende reis.

In Nanning bleek de trein naar Kunming al over een half uur te vertrekken. Er waren alleen nog staanplaatsen beschikbaar. Met enige pressie lukte me het om een hard-seat ticket te bemachtigen. Hard-seat was niet iets om naar uit te zien voor een reis van 17 uur. Voor vertrek ook hier weer het zelfde tafereel als in Guilin. De trein was als vol als tussen Utrecht en Amsterdam tijdens de ochtendspits. Eerst mijn plaats opgeëist van iemand met een staanplaats ticket. Het was een niet erg comfortabele reis met weinig slaap, ook al omdat er wordt gerookt en warm gegeten. In hard seat (de seats zijn ook echt hard) staat ook van 07:00-22:00 de radio aan met een soort actualiteitenprogramma. Bovendien zijn de zitplaatsen smaller dan in Nederland (2 zitplaatsen links en 3 zitplaatsen rechts van het gangpad.

Kunming

Aangekomen in Kunming gelijk op jacht gegaan voor een ticket naar het Stenen Woud. De trein in die richting bleek al binnen 30 minuten te vertrekken, terwijl er nog zeker twee honderd mensen voor mij waren om een treinkaartje te kopen. Dus mijn rugzak in bewaring gegeven en op zoek naar een bus. Aangezien alles alleen in Chinese karakters aangegeven stond, kon ik lang zoeken. Dus maar een een plaatje van het Stenen Woud erbij gepakt en daarop wijzend alles wat op een loket leek afgegaan. Bij de twaalfde had ik resultaat. Voor 40 yuan kreeg ik een retourtje naar – naar ik aannam – het Stenen Woud (2 uur reizen).

De dame die mij het kaartje had verkocht leidde me naar een minibusje dat ergens in een zijstraatje stond geparkeerd. Het zat vol met Chinezen. De lokettiste stapte ook in en bleek tevens de reisleidster te zijn die veel te vertellen had (in het Chinees). Als dit de juiste bus was, dan zou het busje volgens de Lonely Planet of eerst bij een aantal grotten stoppen of alleen bij een state-runned Jade market. Het werd de Jade Market.

Het Stenen Woud was totaal anders dan ik me had voorgesteld. Wel heel bijzonder. Het zijn honderden steile rotsen (paar meter hoog), met daartussen struiken en bomen. De rotsen zijn ooit ontstaan door waterstromen. Er zijn allerlei paden en trappetjes aangelegd langs en door de rotsen, zodat je kunt rondzwerven door het gebied. Als je buiten het tourgroepen parcours bleef – het was nog steeds vakantie in China -, zie je nauwelijks andere mensen.

Op de terugreis had ik de reisleidster duidelijk gemaakt dat ik de bus naar Lijiang wilde halen. Ze bleek erg ondernemend te zijn, want dat ticket kon ze ter plekke voor me uitschrijven. Ik werd terug in Kunming bij de slaapbus naar Lijiang (12 uur) afgezet, die blijkbaar op mij stond te wachten. Kunming zelf is dus geheel aan mij voorbij gegaan…

Lijiang

Lijiang ligt op 2600m hoogte en staat op de World Heritage lijst van UNESCO. De Naxi wonen er, een etnische minderheid in China. De binnenstad is nog geheel in Naxi stijl bewaard gebleven. Je vraagt je af wie de bezienswaardigheid zijn: de buitenlanders of de Naxi. Het hotel was ook in Naxi stijl, met het gevolg dat er maar op 1 plek (naast het gebouw) toiletten en douches waren. Erg lekkere Naxi gerechten gegeten.

Ook hier weer veel Chinese toeristen (was zelfs op het nationale nieuws hier). Toerisme op z’n Chinees is iets wat je toch eens moet hebben meegemaakt. Chinezen reizen doorgaans alleen in groepen onder leiding van reisleidster met vlaggetje en megafoon. Chinezen maken alleen foto’s van zichzelf voor een bezienswaardigheid (liefst een parkje, riviertje of standbeeld). Als de groep op een interessante plek aankomt, moet dus iedereen op dezelfde plek op de foto voordat de groep verder kan. Foto’s uitwisselen na afloop hoeft dus niet, want iedereen heeft dezelfde foto’s. Wat vooral opvalt is dat Chinezen doorgaans totaal geen aandacht hebben voor hun omgeving, zolang ze zelf maar op de foto kunnen.

Zo ook bij het Naxi concert. Voor 98% zal de zaal van de music hall vol met Chinezen. De buitenlandse toeristen nemen foto’s van de markante orkestleden, de Chinezen nemen foto’s van zichzelf voor het orkest en van zichzelf als ze naar het orkest kijken (!). De meeste Chinezen hadden nadat ze hun foto’s hadden gemaakt totaal geen aandacht meer voor het concert. Er wordt druk gepraat en mobiel gebeld. Chinezen doen er alles aan om als eerste ergens binnen te zijn, maar ook als eerste weer buiten te staan. Na de laatste toon vindt dan ook de gebruikelijk stormloop op de deuren plaats.

Het concert zelf was een belevenis apart. Alle orkestleden dragen authentieke Naxi kleding en bespelen typische Naxi instrumenten. Vijf van de orkestleden zijn ouder dan 80 jaar en het leek erop dat sommige orkestleden tijdens het concert in slaap vielen.

Samen met wat andere toeristen fietsen gehuurd en in de omgeving rondgefietst.

Dali

Vanuit Lijiang met de bus (3 uur) naar Dali gereisd. De reis ging over de bergen, zodat je erg mooi uitzicht had. Gelukkig was het een nieuwe weg. In Dali wonen de Bai, een andere etnische minderheid in China.

Dali is ingericht op packpackers (in China is alleen Yangshou dat ook), wat inhoudt dat er veel reizigers stoppen om bij te komen. Er zijn veel cafe’s en restaurantjes, die zowel Tibetaanse, Bai, Chinese als Westerse gerechten en dranken hebben. De straat waarin dit alles te vinden is staat hier bekend als “foreigners street”. De plaats is wel wat overgewaardeerd. Lijiang is veel gezelliger en interessanter.

in Dali de verschillende oude stadspoorten en de stadsmuur bezichtigd. Net buiten Dali staan de drie Pagoda’s (zie foto). Deze zijn meer dan duizend jaar oud. De meeste tijd echter in cafe’s doorgebracht i.v.m. de regen. Een luxe kamer bemachtigd, met KTV en bad. Helaas was er geen warm water…

Vanuit Dali op jacht gegaan naar een ticket richting Chengdu. Dat bleek nog niet zo makkelijk. Er waren maar liefst drie busstations, maar geen bussen richting Chengdu. Na bemoeienis van andere (Chinese) reizigers bij een van de busstations, bleek er ineens wel een bus te gaan. Echter toe ik daarvoor een ticket wilde kopen, bleek die die dag niet te rijden. Na strategisch het loket 10 minuten voor anderen te hebben geblokkeerd gingen collega’s van d lokettiste zich er mee bemoeien en bleek de bus weer wel te rijden. Het werd een ticket voor de slaapbus naar Panzhihua (12 uur).

Bij aankomst bij de slaapbus vond het ondertussen bekende tafereel plaats. Om te beginnen zaten er meer mensen in de bus dan er plaats was. Bovendien staat er op je ticket een plaatsnummer, maar de gemiddelde Chinees maakt blijkbaar zelf wel uit waar hij/zij zich nestelt. Gevolg is dat elke keer als er iemand zich meldt en zijn/haar plaats opeist er een stoelendans moet plaatsvinden. Dat kan wel even duren. Ook deze keer was geen uitzondering. Door strategisch de toegang tot de bus te blokkeren – zodat er niemand meer in of uit kon – kon ik het proces enigszins versnellen. Dit keer was er blijkbaar een bijkomend probleem: er lag een dame op de plaats naast mij. In China is het niet toegestaan dat een buitenlander naast een Chinese vrouw ligt in een slaapbus. Na 15 minuten was de herschikking geregeld.

De weg naar Panzhihua – over de bergen door de middle of nowhere – was bijzonder slecht, zodat er regelmatig stapvoets werd gereden en de bus flink schommelde. Onderweg werd de bus na een toll gate (daar zien er nogal wat van in China) door mensen van de Jing Sha (politie) belegerd, die een grote deel van de bagage in en op de bus binnenste buiten keerde, maar blijkbaar niet hetgeen vonden dat ze zochten.

Om 08:00 kwam de bus in de stromende regen aan in Panzhihua. Het busstation bleek naast het treinstation te zijn. Tot mijn verbazing lukt het om een hard-sleeper ticket te bemachtigen voor de trein van 09:00 naar Chengdu (12 uur). Hard Sleeper is vergelijkbaar met couchettes in Europa. Het zijn drie ligplaatsen boven elkaar, in totaal 66 plekken per wagon. Er zijn echter geen tussendeuren en bovendien staat de radio ook hier hard aan (mijn oordopjes deden goed dienst). De reis zelf ging door een heel mooi gebied langs bergwanden en door ontelbare tunnels.

Chengdu

In Chengdu was het onbewolkt en behoorlijk warm. Dit keer gekozen voor een 3 persoons dormroom in een hotel. De kamergenoten bleken twee Japanners te zijn; erg grappige figuren.

Chengdu is een moderne stad met een paar bezienswaardigheden. In de stad een tempel bezocht en wat gewinkeld. Vlakbij Chengdu is een breeding farm voor Panda’s. Het was vroeg opstaan, aangezien de Panda’s alleen tijdens voedertijd (‘s-morgens) bewegen. De rest van de dag slapen ze. Het was een bijzondere ervaring en daarbij nog een paar erg mooie foto’s kunnen maken.

12 mei ‘s avonds vertrekt de trein naar Langzhou. De reis duurt maar liefst 27 uur (hard sleeper), dus flink eten en drinken ingeslagen. In de trein twee Australiërs ontmoet die soft sleeper reisden, daar dus de meeste tijd doorgebracht (stuk rustiger en zachtere plek om te zitten. Ze waren hun Lonely Planet Guide kwijtgeraakt. Zonder die ben je volledig hulpeloos in China. Met hen gereisd naar Lanzhou, Xiahe en Datong (ik had immers wel een Lonely Planet Guide).

Langzhou

Na een lange reis ‘s avonds aangekomen in Langzhou en meteen op jacht gegaan naar een treinticket naar Datong. Dat viel niet mee, aangezien het stationsgebied een grote chaos was. Bovendien werd er een nieuw stationsgebouw gebouwd en waren daarom alle functies in barakken ondergebracht. Een paar “hulpvaardige” figuren brachten ons steeds weer naar de verkeerde plek (massage, hotel, taxi e.d). Uiteindelijk toch nog de ticket office gevonden. Ook daar chaos. Een dame in railway uniform zat duidelijk kaartjes op de zwarte markt te verkopen en wilde ons ook wel helpen. Helaas was boeking meer dan twee dagen daar niet mogelijk. Ze dirigeerde ons naar een taxi en vertelde de taxichauffeur waar we heen moesten. Voor 6 yuan zou hij ons erheen brengen, maar bij aankomst eiste ie ineens 7 yuan (dus niet). De booking office bleek echter al gesloten. Volgende dag weer geprobeerd en tickets kunnen bemachtigen.

Het Hotel in Langzhou betaalde ik bij de receptie beneden een deposit, maar op de verdieping zelf wilde de dames ook een deposit voor de sleutel. In zo’n geval werkt in China maar een ding: moeilijk doen, de doorgang blokkeren en net zolang wachten tot ze je de sleutel geven (na 10 minuten hoefde ze ineens geen deposit meer). Het publiek in de lobby en lift gaf ons het gevoel alsof wij ons in een of ander bordeel begaven…

Om met de bus in deze provincie te mogen reizen, moet je als buitenlander een waardeloze insurance kopen. Heb je dat niet dan kun je geen busticket krijgen. Dus maar gedaan. In het busstation waren een hoop duistere figuren die ons wel naar een bus naar Xiahe zouden brengen. Niet gedaan, aangezien er alleen ‘s morgens vroeg een bus naar toe gaat en die al weg was. Dus maar aan het loket een officieel kaartje gekocht naar Linxia (3 uur). In Linxia zouden elk half uur bussen naar Xiahe gaan.

Xiahe

‘s Morgens per luxe bus via mooie route door de bergen naar Linxia gereisd, een moslim enclave. In Linxia wilde we een kaartje kopen voor de bus naar Xiahe, maar die bleek er niet te zijn. Er waren helemaal geen bussen naar Xiahe volgens de weinig hulpvaardige lokettiste en buschauffeurs. Na te hebben gelunched, opnieuw naar het busstation gegaan om een poging te wagen. Een beetje chinees sprekende Israëliër ging voor ons met wat duistere figuren in onderhandeling om ons naar Xiahe te brengen. Voor 40 yuan elk wilde eentje ons wel naar Xiahe rijden. Het werd uiteindelijk 80 yuan voor ons drieën. We werden naar een busje geloodst en werden tot onze verbazing 500 meter verder afgezet bij de reguliere bus naar Xiahe (die blijkbaar van een ander busstation vertrok). Bagage zoals gewoonlijk op het het dak en hup in de bus. De duisterling eiste ineens 35 yuan van ons elk. Uiteraard begrepen totaal niet wat hij wilde en bleven we waren we zaten (we wilden pas bij aankomst betalen om er zeker van te zijn dat we naar Xiahe werden gebracht). Na een hoop geschreeuw van zijn kant en de dreiging van ons om dan maar gewoon in Linxia te blijven en helemaal niets te betalen (door gewoon weer uit de bus te stappen en de bagage van het dak te halen), kon ik met de chauffeur van de reguliere bus (die toch wel wilde vertrekken) een deal sluiten om ons voor 20 yuan elk (f6,) naar Linxia te brengen (5 yuan meer dan het reguliere tarief). De duisterling had uiteraard het nakijken.

In drie uur waren we in Xiahe, dat op zo’n 3000m hoogte ligt. Het was daar behoorlijk koud, iets waar we niet op hadden gerekend. Vier kleding stukken over elkaar maakte het wat aangenamer. ‘s nachts viel er zelfs wat sneeuw. De lucht was erg zuiver. Buiten een tiental westerse toeristen verbleven er ook nog een paar monniken in het hotel.

Xiahe staat bekend om het klooster (grootste buiten Tibet), dat nog door 5000 Tibetaanse monniken actief wordt gebruikt. Bovendien is het een bedevaartsoort. De route is 3 km en bevat meer dan 1700 praying wheels. Van overal komt met in de beste kledij (een waar schouwspel) naar Xiahe. Voor veel mensen zijn de westerlingen een toeristische attractie.

Het kloostercomplex was erg imposant. Je kon een rondleiding krijgen door het kloostercomplex (uiteraard door monniken). Aangezien het een actief klooster is, was het manoeuvreren rond de monniken die aan het mediteren waren. Erg apart (rondleiding duurde drie uur). Ook binnen erg koud en vrij donker, omdat men geen elektriciteit wil gebruiken nadat een prayer hall was afgebrand als gevolg van kortsluiting.

De volgende bezichtiging was de bibliotheek. Na een kaartje te hebben gekocht brachten twee monniken mij daar naartoe. Plotseling maakte zij zich snel uit den voeten en bleef ik alleen achter. De straatjes om me heen waren ook ineens alle monniken verdwenen. Een persoon in vol kostuum kwam langs met zijn gevolg, wat naar later bleek de hoofd Lama van de regio was. Nadat zij verdwenen waren waagde iedereen zich weer op straat. In de bibliotheek bleek ik de enige bezoeker te zijn. Men was nogal nieuwsgierig waar ik vandaan kwam. En na mijn fotoboek van Holland te hebben getoond, kwam achter de boeken een voetbal te voorschijn. Ze wisten zeker toen Nederlandse voetballers bij naam te noemen. De houten poortdeuren werden gesloten en ik moest met hen een potje voetballen. Was erg grappig.

In Xiahe ook veel Tibetaanse gerechten en drankjes uitgeprobeerd. Jak (een soort rund) is doorgaans de basis. Zo had men Jak milkshakes, Noodles met Jak en op een plek zelfs de Mc Jak burger. Doorgaans allemaal erg lekkere gerechten. Als groepje buitenlanders aten we tussen de monniken in de restaurantjes. Ook hier is de mobiele telefoon doorgedrongen. Veel monniken hebben er een. Waarschijnlijk om in contact met Buddha te blijven…

De reis naar Datong verliep niet echt soepel (zoals gewoonlijk). Om 06:30 zouden we de bus nemen naar Langzhou. Erg vroeg opgestaan, maar tevergeefs: geen bus (buschauffeur was niet komen opdagen). Een uur gewacht op de bus van 07:30 (6 uur reizen). De bus bleek niet de voorgespiegelde moderne, maar oudste uit de garage te zijn. Bovendien was het buspersoneel van het type dat overal onderweg mensen oppikt (ook buiten de officiële route) om extra geld te verdienen en daardoor 50% langer over de reis doet.

Tijdens de reis werd al snel duidelijk dat de bus technisch niet geheel in orde was. De rook bij het linker achterwiel en de stops om met veel water de boel te koelen, bevestigde dat vermoeden. Tijdens de lunchstop werd de bus even bij de garage neergezet voor een snelle reparatie. Dat het langer kon gaan duren werd duidelijk toen de linkerachterwielen van de bus werden gehaald. Blijkbaar was de rem totaal versleten en moest deze vervangen worden. 9 mensen waren er voor nodig (2 om het werk te doen en 7 anderen die zich ermee bemoeiden). Blijkbaar lukte het na een uur om de boel te repareren (improviserend met wat men aan materiaal kon vinden). Helaas bleek het wiel niet meer op de as te passen…….

Ondertussen begon de tijd nogal te dringen, aangezien we in Langzhou de trein naar Datong moesten halen. Met wat hulp lukt het dankzij 12 omstanders om mee te reizen op een ander bus zonder bij te betalen. Deze maakte verder geen enkele tussenstop om extra passagiers op te pikken. Op zich nogal ongebruikelijk in China, totdat we tot de ontdekking kwamen dat er twee politie-agenten meereisden (bussen mogen officieel niet meer passagiers meenemen dan dat er zitplaatsen zijn). In Langzhou aangekomen snel per taxi naar het station, maar kwamen terecht in de gebruikelijk verkeerschaos. Bij het station aangekomen rennend naar de trein. We waren nog net op tijd (nog 7 minuten over voor vertrek).

Datong

De treinreis per hardsleeper naar Datong duurde 23 uur. De reis verliep erg soepel. Er was erg rustig publiek en de muziek stond dit keer niet zo hard. Bijzonder was te zien dat reizend van west naar oost het seizoen veranderd. In het westen begint de lente net, terwijl het in het oosten al bijna zomer is (veel groener). Onderweg (door Inner Mongolia) erg wisselend landschap gezien. Bij aankomst in Datong bleek onverwacht de CITS (staatsreisbureau) erg hulpvaardig bij het boeken van een goedkoop hotel en het regelen van een tour. Datong zelf is een zwaar vervuilde stad en lijkt meer op een groot bouwterrein. Als er geen wind staat heeft de lucht een lichtbruinige kleur.

Een tour genomen naar de Yungang Caves en het hangend klooster. Erg amusant reisgezelschap (een Fransoos en twee Australiers). Het Hangend klooster was erg bijzonder. Het is tegen de rotsen aangebouwd. Bij de bouw heeft men geen spijker gebruikt. De 45 Yungang Caves (op Unesco World Heritage List) waren erg indrukwekkend. ‘s avonds met het reisgezelschap nog uitgebreid uit eten geweest. We werden door maar liefst 7 serveersters te gelijkertijd geholpen. Niet erg efficiënt, maar wel zo vermakelijk. Daarna de nachttrein naar Pinyao genomen hardsleeper, 9 uur.

Pinyao

Erg vroeg aangekomen in Pinyao (40.000 inwoners). Het stadje heeft nog een vrijwel volledig intacte stadswal (4 km) uit de Ming periode en staat daarom ook op de Unesco World Heritage List. De straatindeling is ook nog grotendeels intact. Buiten een wandeling op de stadswal, was er niet veel te doen. Er wegkomen was wederom een probleem. Alle treinen voor die dag waren volgeboekt. Daarom per minibus in 2,5 uur naar Taiyuan. Het lukte hen om 34 zitplaatsen te creëren, terwijl er normaal maar 24 zijn. Erg knap (en krap). In Tanyaun lukte het met enige moeite wel om een hardsleeper naar Beijing te krijgen (10 uur).

Beijing

Na aankomst in Beijing direct naar een goedkoop hotel (voor Beijing begrippen). Helaas was het onvindbaar en in de buurt had niemand er ooit van gehoord. Een ander hotel vlak bij de Verboden Stad was helaas dubbel zo. Beijing was nogal veranderd sinds de laatste keer dat ik hier was. Er is erg veel nieuwbouw (de wijk waar ik vorige keer overnachtte was geheel verdwenen) en het verkeer is dubbel zo druk. Ook had men vorige keer maar 1 Mc Donalds, nu zijn het er 38).

Veel rondgestruind in Beijing, o.a. de Tempel van de Hemelse Vrede bezichtigd. In twee dagen tijd op drie verschillende punten de Chinese Muur beklommen. Gevolg was wel dat mijn schoenen geheel zijn versleten. Bij een van de trips bleek de tourbus eerder te zijn vertrokken dan mij was aangegeven, waardoor ik in de middle of nowhere bleef steken. Met enig onderhandelen (en geld) geregeld dat ik met een andere touringcar mee terug kon naar Beijing.

Het vliegveld van Beijing is erg modern. Vreemd genoeg werden verschillende vluchten via dezelfde gate-balie gelijktijdig afgehandeld, terwijl elke gate een eigen balie heeft. Gevolg was wel dat men nogal wat tijd nodig had om de instapkaarten van elkaar te scheiden (nadat ze die eerst op dezelfde stapel waren beland). Bovendien bleken een paar mensen daardoor in het verkeerde vliegtuig te zijn gestapt.

Slideshow met foto’s van China: Beijing

Slideshow met foto’s van China: overig