Route Ghana Togo Benin

Reisverslag Ghana, Togo en Benin

Rondreis langs Accra, Elmina, Cape Coast, Kakum NP, Kumasi, Bunso, Tafo, Akosombo, Ho, Kpalimé, Atakapamé, Bassar, Kara, Sarakawa NP, Natitingou, Taneka Béri, Djougou, Savalou, Dassa, Abomey, Ganvié, Cotonou, Porto Novo, Aguégués, Ouidah, Possotomé, Bopa, Grand Popo

Ghana

ACCRA

Wat vertraging door storm bij Schiphol, maar daarna voorspoedige vlucht naar Ghana. Bij aankomst wat chaotisch bij de wat korte bagageband. Snelle paspoortcontrole en zeer vriendelijke mensen bij de douane, die ook graag even van mij een “kerstpresentje” wilde ontvangen. Dit uiteraard net zo vriendelijk geweigerd. Bij de uitgang de bekende horde ongevraagde hulpvaardige mensen. Het is al donker als we naar ons hotel rijden, wat hier extra opletten betekend doordat er auto’s en vrachtwagens met pech op de snelweg stilstaan. De meeste zijn duidelijk al enige tijd verlaten. Een tankwagen die in het donker op de middelste rijbaan was achtergelaten was wel heel apart. Accra is toch wel een typische Afrikaanse miljoenenstad met groot contrast tussen rijk en arm. Veel moois is er niet te zien, maar des te meer is er te ervaren. Zo is er een van de grootste markten van Afrika, waar je je kunt vergapen aan de mensen en waar alles wat je kunt bedenken wel te koop is. Een stuk verderop ligt de vissershaven van Accra: Jamestown. Een lokale gids bleek geen overbodige luxe, aangezien de sfeer daar op z’n zachts gezegd af en toe wat vijandig was. Als je als blanke toerist hier door smalle steegjes loops tussen de houten krotten val je uiteraard wel heel erg op. Triest om te zijn in wat voor erbarmelijke omstandigheden de mensen hier leven. Ghanezen komen hier qua houding sowieso niet over alsof ze veel plezier in het leven hebben. Uitkijkend op Jamestown ligt het vergane Nederlandse Fort Ussher. Iets verder leek een leuk veemarktje te zijn, maar daar aangekomen bleek het een openluchtslachterij te zijn. Een frissere lucht was er in de Botanische tuinen, die toch wat verder buiten de stad lagen dan verwacht.

ELMINA

Het duurt even voordat we de hoofdstad Accra uit zijn en onze reis vervolgen richting het westen. Voor lange tijd een niet erg inspirerend uitzicht, maar uiteindelijk wordt je beloond met uitzicht op zee met een eindeloos lijkende rij palmbomen. Deze kust heeft een nogal zwarte geschiedenis. Eerst langs Fort Amsterdam dat op een heuvel aan de kust is gebouwd. Hoewel imposant van buiten, is het binnenin meer een ruine. Wel mooi uitzicht op de omgeving en de Oceaan. Dit in tegenstelling tot het door Hollanders in 1637 veroverde Fort st. George, dat je van verre al ziet liggen en nog grotendeels intact is. Tijdens een rondleiding door het fort krijg je een goede indruk van de grootschaligheid van de slavenhandel die hier floreerde en de gruwelijke omstandigheden waarin slaven hier werden opgesloten totdat ze werden verscheept (doorgaans tussen de twee en tien weken), o.a. naar Suriname. Niet bepaald Hollands Glorie, al was het wel het Afrikaanse hoofdkantoor van de Hollandse West Indische Compagnie. Het fort ligt te midden van een levendige vissersplaats, waar meer dan 100 vissersbootjes lagen.

CAPE COAST

Aan dezelfde kust ligt Cape Coast, het vroegere centrum van de slavenhandel in West Afrika. Het heeft drie forten, waarvan het Fort Cape Coast wel de veruit de grootste is. Het is gebouwd in 1637 door de Hollandse VIC. Eerst voor de handel in goederen en niet veel later voor de handel in slaven. Slavernij bestond al in dit deel van Afrika voordat de Europeanen kwamen. Aan een fort met militairen had de Hollandse VIC genoeg: lokale slavenhandelaars leverde de slaven af aan de poort en de VIC betaalde de slavenhandelaars met goederen die op de VIC schepen werden aangevoerd. In schril contrast ligt pal naast het fort een vissersdorpje waar de armoede van afstraalde. Meer landinwaarts het Kakum National Park bezocht. Erg leuk is er de canopy walk, waar je over een soort touwbruggen bespannen tussen de hoogste bomen tot wel 40 meter boven de grond loopt. Een natuurwandeling door het National Park viel nogal tegen, mede door de veel herrie makende groepen schoolkinderen.

KUMASI

Een stuk landinwaarts ligt Kumasi. Hoewel nog steeds heet (32 graden), is de lucht droger en daardoor aangenamer. Als je de stad binnen rijdt zit je gelijk vast in het verkeer. Het is een grote stad en dus duurt  het wel even voordat we in de binnenstad zijn. Hier worden we gelost om de Kejetia markt te bezoeken, de grootste markt van West-Afrika met meer dan 12 duizend stalletjes, zeker 25 duizend mensen die op en rond de markt werken en heel veel bezoekers. Na een kwartier ons onder het winkelend publiek te hebben gemengd, blijken we nog op een voorportaal van de markt te zitten. Het middelpunt van de  markt is overdekt en lijkt volgens de Lonely Planet op een groot ruimteschip dat in het centrum is geland. Het is een grote mierenhoop van mensen die zich door de smalle paden perst. Even stilstaan is erg lastig en bovendien vallen we als enige blanken heel erg op. Wel een heel aparte ervaring, al was het wel erg prettig om buiten de doolhof (was even zoeken naar een uitgang) even op adem te komen. Kumasi is ook het middelpunt van het Ashanti Koninkrijk. In o.a. het Manhyia paleis blinkt het van het goud, dat voor deze bevolkingsgroep vroeger het belangrijkste ruilmiddel was. In de omgeving van de stad is veel handel in houtsnijwerk en handgeweven kleding. Onderweg veel bruiloften gezien, waar we overal werden uitgenodigd om de ceremonies bij te wonen. Erg kleurrijk.

HO

Rond Ho nog een paar watervallen bezocht. Aangezien het het droge seizoen is, zijn de watervallen niet zo groot. Wel liggen ze allemaal in een mooie omgeving en doorgaans goed verstopt, waardoor wat klimwerk vereist is. Omdat ze zo verstopt liggen, gebruikte de plaatselijke bevolking de oases als schuilplaats als er vijanden in de buurt waren. De hoogste berg van Ghana beklommen: de Afadjato. Niet heel erg hoog, maar onder de brandende zon met 35 graden is het behoorlijk afzien. Een bus met schoolkinderen was er ook, zodat het best wel druk was. Hoe men de zeker honderd kinderen en leraren in de bus gekregen heeft, is mij een raadsel. Ze kwamen uit Accra (4 uur rijden), moesten de berg beklimmen en daarna weer 4 uur rijden naar huis. In Nederland zou je je als leraar denk ik niet erg populair maken met zo’n reisje. Op de terugweg zitten we in een tropische bui en verandert de onverharde weg voor ons in een rivier. We zijn net op tijd uit het gebied. De grens met Togo oversteken duurt twee uur, maar verliep voor de rest wel soepel.

Benin

NATITINGOU

Op naar de grens. Eerst krijgen we de douane en op een heel andere plek de paspoortcontrole. Blijkbaar was de grenscontrole 20km verplaatst. De nieuwe paspoortcontrole was moeilijk te vinden en we waren er al voorbij gereden en dus moesten we een paar km terugrijden. Het bleek onder een golfplaten dak op vier boomstammetjes te zijn.

Een stukje verderop de grens van Benin. Weer eerst de douane en heel ergens anders de paspoortcontrole. Bij de paspoortcontrole moest toeristenbelasting worden betaald, maar heel  toevallig waren de boekjes met tickets op en de commissaris die ze wel had zou pas over een paar uur komen, maar als we alvast cash een de beambte betaalden zouden de tickets niet meer nodig zijn. Helaas voor de beambten kwam de commissaris al vrij snel en verrassend genoeg bleken er toen opeens wel tickets op het kantoor te liggen….

10km verderop was ineens een kabel over de weg gespannen en stonden twee lokale heren met verroeste geweren ons op te wachten. Na ze wat Nederlandse snoepjes te hebben gegeven, konden we ongehinderd doorrijden.

Rond de grens ligt de Tabermavallei. Hier wonen de Somba die veelal level in lemen minikasteeltjes. Heel apart. In het eerste dorpje stoppen blijkbaar alle toeristen, aangezien men daar graag voor geld op de foto wilden en de hele tijd achter ja aan liepen om spullen aan je te verkopen. Wel een hele mooi gehucht. Naarmate je verder van de gebaande paden gaat het er allemaal een stuk gemoedelijker aan toe, al zijn we in een aantal gehuchten duidelijk niet welkom.

In Natitingou heb je een grote lokale markt, die weer een hele andere atmosfeer heeft dan de markten in Benin. Wat opvalt is dat de kleren die ze hier verkopen net als in Togo doorgaans tweedehands en vaak ook derdehands zijn . Ook de krakkemikkige stalletjes zien er anders uit. Als we de stad uitrijden zien we veel vrouwen met zware schalen en takken op hun hoofd die dan nog zeker 10 km naar de markt moeten lopen om daar hun spullen te verkopen.

Voor de verandering zien we een vrouwendans, deels bedoeld om de mannen te verleiden. Net zoals bij de andere dansvoorstellingen, komt de hele gemeenschap ook kijken. De dorpsoudsten krijgen de VIP plaatsen, worden ruim voorzien van het lokaal gebrouwen bier en zijn dan ook al snel ladderzat

KONINKRIJKEN

We bezoeken weer wat kleine dorpjes. Je ziet dat de authentieke ronde lemen hutjes met rieten puntdaken steeds meer vervangen worden door wat grotere lemen rechthoekige huizen met golfplaten als dak.

In een van de dorpjes woont de Koning van de Bazar en worden uitgenodigd in zijn huis, wat uit een paar aaneengeschakelde lemen hutjes bestond. Nadat wij op een matje op de grond hadden plaatsgenomen, kwam de koning in vol ornaat binnen terwijl zijn secondant eerbiedig op zijn knieën voorover gebogen de koning begroette. Vriendelijke overkomende man, die ons uitgebreid de tijd gaf om allerlei vragen aan hem te stellen. Zo bleek de nieuwe koning al als kind gekozen te worden en koning blijft tot hij overlijdt.

Heel anders ging het toe in Djougou, waar we op audiëntie mochten bij de koning van de Somba’s, een grote bevolkingsgroep on het noorden van Benin. Een grote hoge poort markeert de ingang van het paleis, met daarachter een mooi beschilderde wand. Daarna was het geld blijkbaar op voor het paleis. Na het protocol te hebben aangehoord, konden we bij de koning op auditie en hem ook weer vragen stellen. Ging wat moeizaam, aangezien hij tussendoor nog mobiel aan het bellen was. Hij vertelde dat hij maar twaalf vrouwen had, omdat hij gezien de economische situatie niet meer kon veroorloven. Op de vraag hoeveel kinderen hij had, wist hij niet gelijk het antwoord: ongeveer 25.

WORDT VERVOLGD

Slideshow met foto’s van Ghana en Togo:

Slideshow met foto’s van Benin: