Route Mayaroute

Reisverslag Mexico Guatemala en Honduras (Mayaroute)

Mexico

De Reis naar Mexico begon al goed. Behoorlijk noodweer al op weg naar Schiphol. Veel vluchten bleken vertraagd te zijn. Zo ook de onze. We konden gelukkig nog mee op een vlucht eerder naar Frankfurt. Deze was twee uur vertraagd. Echt vlot ging het eenmaal in beweging ook niet. Het opstijgen was wel apart met de storm. We gingen wel erg verticaal de lucht in. Eenmaal bij Frankfurt was de landing wat minder prettig. Door de storm schommelde het vliegtuig behoorlijk, maar de landing zelf was perfect. In Frankfurt nog meer vertraging. Eerst duurde het 1,5 uur voordat we vertrokken en daarna nog zeker een half uur bij de startbaan stilgestaan. Er was maar één baan in gebruik, waarop alle vliegtuigen zowel landden als opstegen. Daarna nog 12 uur vliegen naar Mexico City. Dat dachten we tenminste. Ergens boven Canada werd omgeroepen dat i.v.m. een “Medical Emergency” we een noodlanding zouden maken in Toronto… Dus weer ruim een uur extra vertraging.

Ruim drie uur te laat geland in Mexico City. We waren duidelijk niet de enigen die arriveerden, want er stond een enorme rij voor de paspoortcontrole, waar men onverwacht bijzonder efficiënt te werk ging. Snel naar het hotel en gelijk door naar bed. ´s Nachts blijkt er pal voor het hotel nog een schietpartij te hebben plaatsgevonden. Volgende ochtend vroeg met de metro naar het Antropologisch museum gegaan. Het museum was erg de moeite waard. O.a. mooie collectie beeldjes, gevonden op archeologische plaatsen waar we de komende tijd ook naar toe gaan. Per metro weer terug naar het centrum. Ging erg vlot. Bovendien waren de metro´s erg lang. In het centrum kwam net een soort carnavalstoet voorbij, compleet met veel muziek. Op het centrale plein (Zocalo) was volop leven, compleet met muzikale optredens en indianendans. Overal erg druk. Nog even de hoogste toren van Mexico Stad opgeweest. De toren stond er al een tijdje en blijkbaar zijn sindsdien de liften niet vervangen, zodat het even duurde voordat je boven was. Bovenop mooi uitzicht, omdat er in de omgeving vrijwel geen hoge gebouwen stonden. Later begrepen dat het bijzonder was zo´n uitzicht te hebben, aangezien er doorgaans door smog niet veel te zien valt. In het centrumgebied is het erg levendig en verrassend schoon, maar net daarbuiten lag het vuilnis al opgestapeld, was het minder groen en was de sfeer ook merkbaar anders.

´s Morgens eerst nog een pleintje bezocht (Plaza de la tres Culturas). Daar was ook een grote groep dames in de vijftig op hippe muziek en compleet met een soort majorettestokjes bezig met de ochtendgymnastiek. Vanuit Mexico Stad naar Teotihuancan gegaan, wat vroeger een stad was. Het zou 1500 jaar geleden nog bewoond geweest zijn. 800 Jaar geleden vonden de Azteken de verlaten stad. We waren vrij vroeg zodat er nog vrijwel niemand was. Heel apart. Het complex was enorm groot en erg indrukwekkend. Centraal staat de tempel van de Zon, een piramide van 64 meter hoog en onderaan 225×225 meter breed. Wel even afzien die 248 treden, maar bovenaan een prachtig uitzicht over het complex. Daarna door naar Taxco. Om daar te komen moesten we wel recht door Mexico Stad. Dat duurde wel even. Ten eerste omdat Mexico Stad met meer dan 21 miljoen inwoners de grootste stad ter wereld is en anderzijds omdat om 14:00 nog de uitloop van de ochtendspits was (wat daar direct overgaat in de avondspits).

Taxco bleek op 1800 meter hoogte in de bergen te liggen en is vooral bekend om de de vele zilvermijnen en de vele sfeervolle kronkelstraatjes. Het eerste wat je opvalt is het verkeer dat zich door de nauwe en vaak behoorlijk steile straatjes wringt. Er lijkt geen eind aan te komen. Je vervoeren door de stad kan per taxi (oude VW Kevers, waar de rechter voorstoel uitgerukt was) of per minibus (VW busjes uit dezelfde tijdsperiode). Ons hotel was een oud klooster. Erg knus en vanaf het dakterras uitzicht over de Kathedraal en de rest van de stad. Voor avondeten een restaurant met dakterras gevonden met uitzicht op het centrale plein. Het eten was goed, maar de muziek was niet om aan te horen. De jongenman gewapend met met keyboard en twee grote boxen, begon alsmaar valser te zingen en scheen dat zelf totaal niet door te hebben. Het stadje zelf te voet verkend. Verschillende straatjes liepen 20% omhoog, wat in de brandende zon wel wat afzien was. Allemaal erg vriendelijke mensen en erg relaxte atmosfeer.

In de buurt van Taxco liggen de Cacahuamilpa grotten. Per minibus vanaf het busstation zou je er moeten komen, maar die leek niet te komen. Maar wat rondgevraagde en een VW Minibusje gevonden die ons wel wilde meenemen voor 100 pesos voor ons drieën. Erg ruim was het niet, want er ging ook nog een grote familie mee. Toch kreeg men nog 15 personen (waarvan 4 kinderen) er in gepropt. Ik zat naast de deur, of beter gezegd: de plek waar ooit een deur was. Goed vasthouden dus. Eerst moest er getankt worden (dat doe je hier pas nadat je klanten hebt opgepikt). 45 Minuten rijden naar de grotten, waar bij aankomst de ritprijs ineens verhoogd bleek te zijn naar 150 pesos. De grotten zelf waren wel de moeite waard. Dit keer was het een erg grote met soms wel 20 brede corridor. De gids sprak alleen maar Spaans, maar de grot sprak gelukkig voor zich zelf. Het was zaak de gids goed bij te houden, want achter hem deed hij gelijk het licht uit en stond je ineens in het donker. De tour duurde 1,5 uur, waarna je zelf weer terug naar de ingang moest lopen. In de praktijk kwam dat neer op een wandeling van 20 minuten in het donker over een bijzonder schaars verlicht pad. Terug naar Taxco maar een taxi genomen, die verassend ook 150 pesos bleek te kosten en wel de tolweg nam (in Mexico zijn er veel tolwegen).

Terug in Taxco bleek het nog steeds feest te zijn. De avond ervoor al veel muziek in de straten en veel vuurwerk. Centraal punt bleek een kerkte zijn, waaromheen allerlei festiviteiten werden georganiseerd voor de lokale bevolking. ´s avonds maar naar toegegaan. Via een steegje met trap kwam je uit op een propvol pleintje, met daarachter een versierde kerk. Op het pleintje had men een soort stellage gebouwd, die net zo hoog kwam als de kerktoren. Het gevaarte zat propvol vuurwerk. Al wachtende op het spektakel, bleek dat de plaatselijke jeugd elkaar met zakjes gevuld met meel te lijf ging (sommige hadden ook eieren bij zich). Een beetje uit het schootsveld gaan staan, maar ook daar kwam af en toe wat langsvliegen. Om 22:30 werd dan onder begeleiding van de plaatselijke band (die blijkbaar maar één deuntje kende) de stellage aangestoken. Het was een soort domino systeem waar vrij ingenieus alles met elkaar verbonden was en na elkaar af ging. Aan de constructie hingen grote wielen, die door de kracht van het vuurwerk (met name spuitende en gillende fonteinen) begonnen te draaien. Naarmate het vuurwerk hoger kwam, werd ook de radius van het vuurwerk groter. Dit met als gevolg dat de vonkenregen op het publiek (deels gewapend met kartonnen platen om boven zich te houden) neerkwam. Dit was ook moeilijk te voorkomen, omdat het plein niet meer dan zo´n 20 meter in doorsnee was. Op de boel nog wat verlevendigen werden tegelijkertijd ook vuurpijlen van het dak afgeschoten en de kerkklokken geluid. Klapstuk was de lancering van de kroon bovenop de constructie, die als een comeet werd gelanceerd (en later weer recht naar beneden kwam vallen…). Allemaal heel apart.

Lange busreis naar Oaxaca. Reis voor de lunch onderbroken in een erg aangename stad (naam even vergeten). In Oaxaca zelf was het ook goed vertoeven. Het centrale plein (de Zocalo geheten) met een 17e eeuwse kathedraal was autovrij, iets wat je niet veel ziet in Mexico. Het zat dan ook vol met terrasjes en restaurants. Erg lekker gegeten. De lokale specialiteit was gefrituurde sprinkhanen. Wel eentje geproefd: geen bijzondere smaak. Ook veel muziek. De muzikanten schoven na een tijdje gespeeld te hebben zo´n 25 meter op naar het volgende terrasje, waarnaar de volgende muzikanten aan kwam zetten. ´s Morgens deed het plein nog idyllisch aan, maar toen we ´s middags terugkwamen bleken honderden demonstranten bezit van het plein genomen te hebben en was het gedaan met de rust. Nog even gekeken bij een naburige kerk, waar een processie van start ging nadat de mis 1,5 uur was uitgelopen. Zoals vaker in Mexico, ook hier vuurwerk: flinke knallers en vuurpijlen die tussen het publiek werden afgeschoten. Verder nog naar het imposante historische museum geweest, wat gevestigd was een voormalig convent.

Vanuit Oaxaca trip gemaakt naar Monte Alban, een 1500 jaar oude ruinestad van de Zapoteken. Doordat we vroeg op pad waren gegaan, waren we één van de eerste bezoekers, wat een heel aparte atmosfeer gaf aan de plek. Daarna nog even gestopt in het plaatje El Tule, waar de boom met de grootste stamomtrek ter wereld staat: zo´n 55 meter. Een enorm ding. Een bezoekje aan de ruines (Azteken) van Mitla was wel aardig, maar viel wel erg in het niet bij Monte Alban. De reis naar Chiapa de Corzo was wederom lang. Het heuvelachtig landschap had wel was weg van Spanje. Chiapa de Corzo was bij aankomst al aardig uitgestorven, zeker voor een zaterdag avond. Er bleek nog één restaurant open te zijn om 19:00. Verder weinig te beleven. ´s Morgens vroeg naar de nabij gelegen rivier gewandeld en een speedboot gehuurd om door de Sumidero Canyon te varen. De canyon had op bepaalde stukken wanden die wel 1000 meter recht omhoog liepen. Erg mooi. Ook erg veel vogels en zelfs nog een krokodil gezien.

Daarna door naar San Cristobal de las Casas. Een erg gemoedelijk stadje, waar dan ook veel toeristen komen. Er is een aparte toeristenmarkt, maar beter is uiteraard de echte streekmarkt. Wel goed bukken, want de meeste straatjes zijn overspannen met doeken (tegen de zon) die niet hoger dan 1,65m hangen. Op zich hoog genoeg voor de gemiddelde Mexicaan. De omgeving rond de markt waren een prettig gestoord zooitje. Meest aanwezig waren de CD & DVD verkopers op straat, die hun geluidsinstallaties zo hard mogelijk zetten om elkaar te overstemmen. De soms slecht gekopieerde CD & DVD hoesjes deden vermoeden dat het hier niet om geheel legale versies ging. Als je dacht dan in de nabijgelegen grote supermarkt (annex schoenenwinkel…) enige rust te vinden dan had je pech, aangezien daar de rustieke muziek was vervangen door een harde dance beat.

San Cristobal is ook bekend door de verschillende Indianen-dorpen in de omgeving. Je ziet dan ook veel Indianen in de stad. Zo ook als je in een restaurantje aan het eten bent en zijn hun kleden aan de man proberen te brengen. Wel apart die dames met lange staart, in klederdracht en kind in een kleedje op de rug gebonden. Wel wat vreemd als er onder het eten eentje aan je tafel komt, het kind begint te huilen, het kind aan de borst wordt gezet en vervolgens de verkoop gewoon doorgaat. Ook twee indianen dorpen bezocht. Het eerste was San Juan Chamula. Erg kleurrijk. De Chamula´s hebben hun eigen klederdracht, eigen taal, eigen rechtbank en ook een eigen religie. Wie in de gemeenschap (80.000 mensen) van religie wisselt, wordt uit het gebied verbannen. Een bezoek aan de plaatselijke kerk was heel bijzonder. Wat het eerste opviel waren de honderden kaarsjes de branden, waarvan een deel op de grond was neergezet. Ook staan er geen banken. De meeste mensen zaten dan ook gewoon op de grond. Er is geen priester en ook kerkdiensten kennen ze niet: de kerk is de hele dag geopend voor wie dat wil.

Tegen de muren staan de beelden van de 34 heiligen die ze kennen. De Chamula´s hebben wat andere gewoontes dan de Christenen in Mexico. Zo wordt er gebeden bij de beelden van de heiligen, waarna men een boer laat om het lichaam te reinigen. Veel kerkbezoekers nemen dan ook een flesje Coca-Cola mee om het boeren te vergemakkelijken (Coca Cola doet hier erg goede zaken). Zo heeft men ook de gewoonte om bij problemen met hun dieren, een levende kip mee de kerk in te nemen. Na de nodige gebeden komt het probleem in de kip terecht, waarna de kip de nek wordt omgedraaid en daarmee het probleem ook weg is. Soortgelijk is het gebruik van eieren. Deze wordt in de kerk bijv. over de zieke persoon gewreven, waarna het probleem in het ei zit. Vervolgens wordt het ei buiten de kerk op grond kapot gegooid.

Doorgereisd naar Guatemala per luxe lijnbus via Trans American Highway. Een highway kun je het op veel plekken niet noemen, al is het alleen maar vanwege de vele verkeersdrempels (die in Nederland stellen daarmee vergeleken weinig voor. De Mexicaanse grensformaliteiten waren binnen 2 minuten afgehandeld.

Guatemala

Door de grens met Mexico over te zijn, was je nog niet in Guatemala. Er restte nog 5 kilometer niemandsland, die je alleen per taxi kun overbruggen. Aan de Guatemaltese grens was het stuk levendiger, met veel verkeer, winkeltjes e.d. De Guatemaltese grensformaliteiten waren binnen 5 minuten afgehandeld, waarna we per bus de reis konden voortzetten. Overnacht werd in Totonicapán. We hadden een soort Bed & Breakfast, waarbij we bij een familie ergens in de middle of nowhere in de bergen werden ondergebracht. Bij aankomst bleek de familie echter niet thuis, maar na een half uur kwam het echtpaar alsnog. Er werd voor ons een muziekje opgezet (Mexicaanse smartlappen). De volume ging gelijk op tien, zodat we elkaar niet meer konden verstaan. Op zich niet echt een probleem aangezien wij geen Spaans spraken en zij geen Engels.

Avondeten met het gezin dat bestond uit ergens tussen de 5 en 12 leden. Naast een oude vader en zus van de moeder, waren er nog wat mensen bij het avondeten aanwezig. Om 20:00 gingen de mannen van de familie al naar bed, maar de rest (waarvan de helft onder de 12 jaar) zat aan de TV (die naast de huis-altaar stond, waarop de kerstman een prominente plaats had gekregen) gekluisterd om te kijken naar één of andere horrorfilm waar de afgehakte hoofden over het scherm vlogen. Toen was het bedtijd, waarnaar de familie verdween naar een ander huis en ons achter liet. Eerst nog even naar de WC, een onverlicht hokje dat 25 meter achter het huis stond. ‘s Morgens na het wassen (teiltje water op de binnenplaats bij een temperatuur net boven het vriespunt) en uitgebreid ontbijt, nog even gewandeld door de omgeving. Tijdens de lunch werden we getrakteerd op een optreden van een waarschijnlijk befaamd (bejaard en zeer serieus kijkend) trio op een grote marimba. De oudste van het trio leek elk moment in elkaar te kunnen zakken. De intro’s van de nummers waren verschillend, maar de coupletten leken allemaal hetzelfde. CD maar niet gekocht.

Op weg naar Chichicastenango nog even de reis onderbroken in Solola, één van de weinige plaatsen in Guatemala waar ook mannen nog in klederdracht lopen. De broeken zouden tijdens het carnaval in Nederland niet hebben misstaan. Chichicastenango (castenango=plaats) is op zich niet zoveel aan, maar iedereen komt er voor de donderdag- en zondagsmarkt. Het centrum wordt dan omgebouwd tot één grote markt. Daar komen zowel bussen vol toeristen op af (voor de mega toeristenmarkt) als lokalen uit de wijde omgeving. Na geslenterd en later gewrongen te hebben over de markt, doorgereisd naar San Pedro La Laguna, wat aan het 300 meter diepe Meer van Atitlán ligt. Via een lange steile kronkelweg per bus afgedaald naar het meer, waar omheen zich een aantal hoge vulkanen bevond.

San Pedro La Laguna lag echter aan de andere kant van het meer, zodat we met bagage en al moesten overstappen op een halfopen bootje. Bagage moest voorin, met als gevolg dat er na een paar meter varen al een sloot water overheen ging. Gelukkig waren onze tassen redelijk waterafstotend. Aardige golven op het meer. Wat vreemd was dat voor het tochtje van een half uur, de benzine voor de buitenboordmotor zeker 3 keer moest worden bijgevuld. Dat gebeurde al varende en met de motor in bedrijf. Aan de overkant stonden al jochies klaar om zich ongevraagd op onze bagage te storten en die pas boven bij ons hotel weer los te laten na betaling van een financiële vergoeding. ´s Morgens per klein bootje naar een ander dorpje gevaren en wat gewandeld. San Pedro La Laguna bleek zelf meer weg te hebben van een groot hippiedorp, waar de wietdampen je dan ook op verschillende plaatsen tegemoet kwam. Na het eten nog wat Salsa-lessen gehad.

´s Nachts even wakker geworden door een lichte aardbeving. Stelde gelukkig niet veel voor, alleen een bekertje met water was omgevallen. ´s Morgens vroeg weer vertrokken en met een klein bootje met onze bagage het meer overgestoken om aan de andere kant de bus te pakken. Onderweg nog uitgestapt bij een kleine Maya site, waar achterin nog oude Maya ceremonies en rituelen werden uitgevoerd voor de plaatselijke indianen. We hadden geluk dat er net iets bezig was, die we mochten aanschouwen. Een Sjaman (soort Maya priester) was, temidden van dennengroen, kaarsen en andere brandende dingen, bij een indianen-familie een zegening of reiniging aan het uitvoeren was. Dit hield in dat de Sjaman een flinke slok nam uit een fles (zeer) sterke drank en dat uitspuwde tegen het hoofd (bij de vrouwen) en het bovenlichaam en hoofd (bij de mannen). Dit gebeurde vervolgens tegen de voorkant, achterkant, links en rechts. Op de achtergrond stond een ouder traditioneel gekleed echtpaar te lurken aan een soort sigaren, die een licht verdovende werking op hen leek te hebben.

Aangekomen in Antigua, hadden we het ook weer goed getroffen. Zowel op zaterdag als zondag was er een grote processie door de stad. Als je niet beter wist, zou je denken dat het om een of andere feestoptocht ging. Voor veel mensen duidelijk een dagje uit. Overal zie je eettentjes, ballonnenverkopers, ijsverkopers en verkopers van van alles en nog wat. Dit vooral in de colonne voorafgaand aan de stoet. Vooral imposant was het gevaarte met daarop een groot beeld van Jezus, dat gedragen werd door zekers vijftig mannen aan beide kanten. Dit voorafgegaan door een bonte stoet van in tenue gestoken gelovigen) Minder prettig was dat mijn portemonnee was gerold (toch niet allemaal gelovigen langs de stoet…). Er zat omgerekend maar 6 euro in, maar helaas ook mijn pinpas weg. Maar snel laten blokkeren. Antiqua zelf is een erg gemoedelijke stad, omringt door een aantal vulkanen. Zondagavond ook nog even de verlichte versie vaan de processie aanschouwd. Nou niet erg mooi met die TL balken als verlichting. De generatoren die voor het licht nodig waren maakten een behoorlijke herrie. Blijkbaar niet de nieuwste types, want de verlichting viel regelmatig even weg.

Honduras

Op naar Honduras, één van de armste landen in Centraal Amerika. De grensovergang El Florido lag letterlijk in de middle of nowhere. De grensformaliteiten voor zowel Guatemala als Honduras waren verassend snel afgehandeld. Voor Honduras hoefde niet eens een extra toeslag (lees: steekpenningen) op het visum te worden betaald. Op naar Copan Ruinas, waar verrassend genoeg geen ruines bleken te zijn maar de naam is van het dorpje dat er in de buurt ligt. Vroeg maar de archeologische site Copan gegaan, één van de beste Maya sites vanwege de vele gedetailleerde motieven die bewaard zijn gebleven van o.a. de heerser Achttien-Konijn en zijn vader Rook-Jaguar. Erg mooi en daarom wel een uur of vier daar rondgehangen.

In Copan Ruinas een pick-up truck geregeld, waar we staand achterin meekonden (zoals iedereen dat doet hier in de regio). Wij waren met z´n vieren, maar zaken soortgelijke auto´s langskomen met achterin 12 mensen die stonden of er aan hingen. Een korte stop op het centrale plein, waar de chauffeur blijkbaar zijn vrouw en kinderen moest ophalen, die ook achterin kwamen en een kwartier later weer ergens werden gedropt. Wij moesten nog een heel stuk verder door het achterland. Erg mooie rit over een niet al te beste weg. Naarmate we verder reden werden de huizen steeds armoediger en de mensen (vooral kinderen) smeriger. De nevel rond de bergtoppen hing steeds lager, totdat het leek dat voor ons de wereld ophield. Heel apart. Bestemming was een warmwaterbron. Uit de bergen kwam een stroom kokend water de ijskoude rivier in. Op bepaalde punten had je dan een erg aangename temperatuur. Erg lekker gebadderd.

Op naar de kust. Onderweg nog een rondleiding gehad op een koffieplantage. Erg leerzaam. De koffieplukkers hebben het niet bepaald breed. Als ze heel erg snel zijn, verdienen ze nog niet meer dan omgerekend 5 euro per dag. En dat is dan alleen in het plukseizoen. Het werk van het verwerken van de koffiebonen leek erg arbeidsintensief. Ons viel een tafeltje op waaraan twee kleine kinderen zaten, die gelijk moesten ophouden met wat ze deden toen wij binnenkwamen. Het bleek dat ze de koffiebonen sorteerden: de mooi gevormde bonen werden apart gelegd en verkocht als hele bonen, de wat misvormde werden gebruikt voor de verkoop van gemalen koffie. Het leek echt monnikenwerk. Op onze vraag of de kinderen dat werk deden, werd netjes gereageerd dat het het werk van de vrouwen was, maar wij wisten wel beter.

Bestemming was Tela, een niet al te aantrekkelijke kustplaats. In ieder geval niet erg toeristisch. Waarom werd snel duidelijk als je door het stadje loopt. Erg veel gewapende mensen, waarvan er al vier voor en in de lokale supermarkt stonden. De stad doet een beetje aan als een achterbuurt (wel erg levendig), en ´s avonds over het strand lopen werd ten sterkste afgeraden. Hotel lag wel direct aan het strand en vanuit de kamer (op het hotel gelegen zwembad) dan mooi uitzicht over de zee. Opvallend is dat hier weer juist veel donkere mensen wonen (voornamelijk Afrikanen).

Gekozen voor een kano excursie. Op zich wel een leuk idee om zo over de riviertjes te varen in het nabij gelegen national park. Je zou dan ook veel dieren kunnen zien. Na een stukje varen in de tweepersoonskano´s kwamen we aan bij het strand. Verassend genoeg gingen we niet de rivier verder op, maar moesten we stuk over zee varen. De gids was nogal onduidelijk over wat hij wilde en gaf ook geen instructies, maar blijkbaar moesten we de zee op en dan rechtsaf. Dat was wel apart, maar toen we een stuk de zee opgevaren waren, kregen we met de branding te maken en kwamen de golven. Bij de eerste golven ging dat nog wel goed, maar bij een serie van drie hoge golven werden we bij de derde golf met z´n tweeën uit de kano geslingerd en lagen we in het water midden op zee. Onze kano lag ondersteboven op het water. Hulp kwam redelijk vlot, al was het nog een hele toer om de kano om te draaien (was volgelopen met water) en er daarna weer in te klimmen. Zowel van mij als mijn medekanoër waren de zonnebrillen-op-sterkte in de diepte van de Indische Oceaan verdwenen.

Wij peddelden maar terug naar de kust. De gids was ons achterna gekomen en bleef aan wal wachten, terwijl de andere kano´s al redelijk ver weg waren. Men wist duidelijk niet waar men naar toe moest. De gids de zee weer opgeschopt om de anderen te halen. Het duurde een uur voordat iedereen weer aan wal was. We waren niet de enigen in problemen, aangezien er nadien nog twee boten uit de groep omsloegen door de golven. Bij nadere inspectie bleek dat de (plastic) kano´s meer open gaten hadden, dan zou moeten. Zo zou het handig zijn geweest als de ruimtes voor bagage een deksel hadden, zodat deze ruimte niet gelijk zou vollopen bij de eerste golf en je daardoor slagzij maakte of een stuk zonk… . Uiteindelijk toch nog goed afgelopen. Voor de excursie zelf over de rivier was helaas geen tijd meer.

Op de terugweg nog even uitgewaaierd op een compleet leeg subtropisch strand. Hele dorpen in het gebied waren verwoest door de orkaan Mitch en daarna weer opnieuw opgebouwd. Van Tela gereden naar Guatemala. 25 kilometer voor de grens hield de weg ineens op en moesten we verder over onverharde wegen. Vlak over de grens waren er twee bruggen om de rivier over te komen en verrassend genoeg waren die allebei tegelijk afgesloten voor renovatie. Een alternatief was er niet, zodat na enige discussie door onze chauffeur alsnog de rivier werd overgestoken. We moesten wel rekening houden met een “vrij diep gat”, wat al snel de rivier zelf bleek te zijn waar we dus doorheen moesten rijden. Wel even spannend, maar na veel gehobbel toch gelukt. De grens zelf stelde niet veel voor.

Guatemala

Tussen de grenzen van Guatemala en Honduras zit nog een groot stuk niemandsland, waar enorme bananenplantages zijn te vinden. Even aan de kant van de weg gestopt om die bananenplanten (in feite zijn het eerder palmbonen) van dichtbij te bekijken. Even later werden we door een voorbij rijdende bewaker uitgenodigd om een kijkje te komen nemen in de bananenfabriek van de plantage. Het bleek ook echt een soort fabriekje te zijn. Heel apart. In grote trossen werden de bananen aangeleverd en daarna gesorteerd naar “Chiquita”-banaan en overig (B-merk), waarna ze in een soort chemisch bad gelegd worden. De bananen zijn nog groen als ze worden geplukt voor export. Het was duidelijk hard werken in de fabriek. Door naar de Guatemalteekse grens. Daar ook vrij vlot weer doorheen.

Eerste bestemming was Livingstone. Vandaar een halfuurtje per speedboat over de zee, om daarna nog 2 uur over de groene en vogelrijke delta te varen richting Rio Dulce. Waar je toch wel enerzijds enige armoede verwacht en anderzijds de rust van het subtropisch regelwoud, bleken we na aanvankelijk in de dergelijke omgeving te varen uiteindelijk uit te komen in een dependance van Vinkeveen met jachten van een paar miljoen dollar. Het bleek dat dit de plek is waar vooral rijke Amerikanen, Canadezen en Duitsers kwamen. Onze “jungle lodge” bleek dan ook in eerste instantie meer weg te hebben van een jachthaven. Bleek uiteindelijk erg mee te vallen. De houten hutjes lagen direct aan het water aan de rand van het regenwoud. Een klamboe was geen overbodige luxe. Vlakbij met een (we erg traag sprekende en veel detail vertellende) gids door een stukje subtropisch regelwoud gelopen. Bijzonder waren de (gammele) hangbruggetjes, waardoor je stukje over het woud loopt. Tijdens de wandeling was er wederom een lichte aardbeving.

Door naar Flores, een wel erg op toeristen ingesteld schiereilandje. Op zich daar niet veel te beleven, maar een goede uitvalsbasis voor Tikal. We wilden als eerste op de site zijn en dus moesten we erg vroeg weg: 05:00. Om 06:00 ging het hek open en daarna nog twintig minuten rijden naar de Maya Site. De Maya site ligt in één van de grootste National Parks van de wereld midden in de jungle. Heel bijzonder. Doordat we zo vroeg waren konden we naast de vogelgeluiden o.a spinnenkop-apen zien en brul-apen horen. Verschillende (steile) Maya tempels kon je beklimmen (sommigen niet geschikt voor mensen met hoogtevrees) en van de toppen daarvan over het regelwoud uitkijken en kon je de toppen van andere Maya tempels zien. Na de zoveelste tempel te hebben beklommen, ga je het wel in je knieën voelen. Erg mooie site. Kan zich goed meten met plaatsen als Machu Picchu.

Mexico

De route terug naar Mexico bestond voor het grootste deel uit onverharde weg. Even pauze onderweg in een stoffig plaatsje. Eigenlijk zoals je de meeste plaatsen in deze landen voorstelt, maar die je er zelden tegenkomt. De grenscontrole was goed verstopt en als je niet beter zou weten zou je er zo voorbij kunnen rijden. De grens zelf bleek een rivier te zijn. De enige manier om de grens over te komen waren gammele smalle bootjes (Lancha s geheten), waar je met bagage en al op moest. De Mexicaanse grenscontrole was een half uur varen, terwijl af en toe het bootje een beetje naar links begon te hellen. Wel een mooi tochtje door het regenwoud. De Mexicaanse grenscontrole was ook zo gepiept. We hoefden niet eens door de bagagecontrole.

Vanaf de grens per taxi verder naar Palenque. De temperatuur liep snel op. Zelfs de wind was heet. Onderweg nog even Bonampak bezocht. Een kleine Maya site, waar als enige plaats in Mexico nog wat gedetailleerde schilderingen in de originele kleuren te zien zijn. Palenque zelf was weinig aan. De meeste toeristen gebruiken het als uitvalsbasis voor de Maya ruines, een site die een beetje vergelijkbaar is met die van Tikal. Het ligt ook midden in de jungle (National Park). Wel erg veel toeristen, waardoor de rust nogal verstoord werd. En dat terwijl we er om 08:00 (openingstijd) al waren. Per Collectivo (minibusje) er naar toe. Het ritje zou 7 pesos moeten kosten, maar toen ik 10 pesos, gaf gebaarde de chauffeur dat dat precies genoeg was. Ik weer gebaren dat ik nog geld terug wilde, wat hij naar enig tegensputteren ook gaf. Op de terugweg met een andere collectivo weer het zelfde gedoe, maar dit keer hadden we uiteraard de 7 pesos gepast bij ons. ´s Avonds weer lekker uit eten geweest. Toen we wilden afrekenen, konden we op de menukaart aanwijzen wat we hadden gehad. Verrassend was wel dat die menukaart hogere prijzen had (5 tot 10%), dan de menukaarten waarvan we besteld hadden.

Doorgereisd naar Merida en de reis onderbroken in Uxmal, een Maya site. Van verre kun het paleis van de tovenaar al zien die ver boven de jungle uitsteeg. De legende doet de ronde dat het in een nacht zou zijn gebouwd gebouwd door een dwerg die een weddenschap (ondergaan van een aantal beproevingen) was aangegaan met de koning. Je moest op de site wel even oppassen dat je niet op een salamander stond: sommige leken toch wel zo´n 80 cm lang te zijn. Merida is een behoorlijke stad, maar erg aangenaam om er te vertoeven. Wel erg veel toeristen, maar daardoor ook veel leuke restaurantjes en terrasjes.

Laatste site voor ons was Chichen Itza, wederom een Maya site. Dit keer met Tolteekse invloeden. We waren erg vroeg vertrokken (06:00) en waren daardoor als eerste het complex binnen. Dat was maar goed ook, want twee uur later begonnen de dagjesmensen (met busladingen tegelijk aangevoerd vanuit de badplaats Cancun) binnen te stromen en was het gedaan met de rust. Doordat toeristen in het verleden hun naam kerfden in de stenen van de ruines, mag je tegenwoordig vrijwel nergens meer op of in. We kun je de steile centrale piramide beklimmen. Niet echt aan te bevelen voor mensen met hoogtevrees. Naar boven gaan lukt wel, maar sommige mensen hadden wel erg veel tijd nodig om weer helemaal beneden te komen. De site zelf heeft nogal wat lugubere plekken. Zoals elke beetje Maya site was er hier ook een balspelplaats, waar het balspel plaatsvindt. Echt leuk is het niet, omdat de verliezers aan goden werden geofferd. Zo werden menselijke offers gebracht, door mensen van de centrale piramide af te gooien, nadat ze eerst hun hart er uit gerukt was. Zo vindt je ook veel bloederige taferelen op de tempels. Op een plek kun je nog rijen afbeeldingen van doodshoofden zien. Ook is er een bron van 20 m meter diep, waar ze zo nu en dan mensen in gooiden. Grappig te zien is dat je daar (net als in Cancun) van die grote Sombrero-hoeden kan kopen, die je verder nergens anders in Mexico kunt kopen. Ook geen Mexicaan gezien die er één droeg.

Op de terugweg door de chauffeur nog geattendeerd op een zgn. “Cenote” waar we konden zwemmen, een plek die vroeger door de Maya´s werd gebruikt voor de watervoorziening. Wel apart. Je daalt af naar een grot onder de grond, die grotendeels onder water staat. Vanuit Merida per vliegtuig naar Mexico City, alwaar je van verre de smog al kon zien hangen. Van Mexico City weer verder gevlogen naar Frankfurt. Dit keer in de tien uur die er voor stond. In Frankfurt hadden we echter minder geluk: vlucht geannuleerd. Met 2,5 uur vertraging toch nog thuisgekomen.

Slideshow met foto’s van Mexico:

Slideshow met foto’s van Guatamala en Honduras: