Route Noord-India Nepal

Reisverslag Noord India & Nepal

Delhi, Jaipur, Agra, Varanasi, Bhairawa, Pokhara, Kathmandu en Chitwan            

Schiphol – Frankfurt – New Delphi

Vlot van Amsterdam naar Frankfurt. Daarna per treintje naar een andere terminal. Voor het inchecken waren we blijkbaar de eersten, want we konden uitzoeken waar we wilden zitten. Daarna nog wel even 3 uur wachten. Air India had blijkbaar een naam hoog te houden, want ondanks dat we ons bijna 1,5 uur van tevoren bij de gate moesten melden en al drie kwartier van tevoren het vliegtuig in konden, vertrokken we toch nog met een half uur vertraging. Het vliegtuig was voor iets meer dan een derde gevuld, dus ruimte zat. Vlucht zelf was erg comfortabel. Naast de gebruikelijke in te vullen formulieren voor de grensformaliteiten, was er dit keer ook een SARS formulier dat ingevuld moest worden.

Aangekomen in New Delhi (04:30) had de aankomsthal meer weg van een grote operatiekamer, aangezien al het personeel met mondkapjes rondliep. Bizar gezicht. De bagage kwam vrij vlot, maar niet die van ons. Aan de gesprekken te horen, waren de Indiërs om ons heen er blijkbaar al aan gewend dat hun bagage niet meekwam, maar gelukkig hadden ze 20 minuten later nog ergens een container gevonden met onze bagage erin. Buiten aangekomen, gelijk doorgereisd naar Jaipur, over een 2 x 2 baans tolweg. Waarschijnlijk wel de laatste fatsoenlijke weg op deze reis. Onderweg nog even ontbeten. Daar gelijk weer afgeleerd om black tea te bestellen, aangezien in het potje voor twee kopjes thee gelijk zes theezakjes zaten. Veel suiker helpt dan ook niet meer. Het langst duurde het afrekenen, aangezien ze bij bijna iedereen verkeerd (lees: teveel) rekenden. Bij de rekening hadden ze bovendien gelijk de totaalrekening vermeerderd met de fooi die ze zichzelf hadden toegerekend.

Jaipur

Eerste indruk van Jaipur (The Pink City): dorre omgeving, erg heet (39 graden), erg druk en vuil. Echt India dus. Jaipur is wel een aparte stad. De binnenstad bestaat uit allemaal roze gebouwen (lievelingskleur god Shiva) en staat op de World Heritage List van Unesco. Enig onderhoud aan de gebouwen zou wenselijk zijn, maar toch wel het bekijken waard. De binnenstad is grotendeels ommuurd en heeft verscheidene grote toegangspoorten. Daarbinnen is het een grote mierenhoop van mensen, bussen, auto’s, brommers, riksja’s, tuktuk’s (gemotoriseerde riksja’s), ezels met kar, paarden met kar, kamelen met kar, olifanten (jawel) en fietsers. Ondanks die drukte wordt de binnenstad ook nog bewoond door tientallen koeien, die op strategische plekken midden op straat van de zon liggen te genieten. Een andere categorie bewoners zijn de varkens die zich tegoed doen aan de heuvels vuilnis die her en der liggen. Een vuilnisbak tref je in de binnenstad nergens aan.

‘s Avonds gegeten op het dak van het hotel, met live entertainment op straat van een huwelijks stoet, die begeleid werd door muzikanten en vuurwerk. Rond het gezelschap liepen mensen met felle lichtstaven, die bij nader onderzoek d.m.v. kabels bleken verbonden te zijn met de acht accu’s die de fietser achter het gezelschap aan zijn fiets had hangen.

Volgende dag naar Amber Fort gegaan. Een groot fort dat wel wat weg heeft van de Alhambra in Granada, maar dan wat minder onderhouden. Je kon lopend, per jeep of per olifant naar boven. Lopend zou het twintig minuten klimmen zijn volgens onze begeleider, maar na tien minuten wandelen waren we er al. Je moest wel even om de olifanten heen slingeren, aangezien ze van twee kanten kwamen en het pad niet al te breed was. Bij het inhalen moest je er ook nog even op letten dat uit zo’n slurf niet even een lading water werd geblazen. Op de weg naar boven waren meer verkopers en bedelaars te vinden dan toeristen.

Later het City Palace bezocht midden in de stad. Erg mooi. De suppoosten waren uitgedost in wit gewaad met rode tulband en waren erg behulpzaam en wilden graag op de foto, maar al snel bleek dat ook dat niet bij de prijs zat inbegrepen. Naast het City Palace was nog een oud observatorium, ter grootte van een voetbalveld. Wel interessant om te zien, maar met felle zon en veertig graden toch wat minder aangenaam om rond te lopen. Per tuktuk met relatief veilig rijdende bestuurder weer terug naar hotel gegaan. ‘s Avonds weer op het dak van het hotel (kan het aanraden) vegetarisch gedineerd.

‘s Morgens om zes uur weer op. De hoteleigenaar had naar eigen zeggen een gisteren toevallig een dorpje gevonden waar nog geen toeristen komen en bood ons een excursie aan, inclusief vervoer, lunch en tochtje per kameel. Dus maar gedaan. Om zeven uur echter geen bus; om kwart voor acht wel. Tja, we zijn nog steeds in India. De rit duurde maximaal twee uur en dus waren we na ruim drie uur door wat afgelegen gebied op de plaats van bestemming. Onderweg nog wel even wat antilopen van dichtbij gezien (door de telelens). Het leek er onverwachts inderdaad op dat er verder nooit toeristen kwamen. Het openbare leven in het dorp – Pahjar geheten – kwam tot stilstand (of was dat al) toen we arriveerden. Het dorpje leek meer kamelen dan auto’s te hebben, wat een verademing is na twee dagen Jaipur. In een groot oud huis, werden we op traditionele wijze ontvangen met bloemenkrans, rode stip met rijst en muziek. Na een hapje, drankje en getrommel van een gesluierde vrouw in een hoekje van de binnenplaats, werden we op karretjes achter kamelen geladen en werden we door het dorp gevoerd. Niet geheel duidelijk was wie nu de toeristische attractie was.

Overal werden we vriendelijk begroet en ook was er niemand die om pennen, eten of geld vroeg. Een echte oase voor toeristen. Na een dealtje met de plaatselijk geestelijke konden we een kijkje nemen in een 400 jaar oude tempel. Erg bijzonder. Ook nog een bezoekje gebracht aan de plaatselijk school, waar de kids wel erg verbaasd waren ons te zien en ze deels blijkbaar ook niet eerder een fototoestel hadden gezien. Nadien werden de kids bijeengedreven op het centrale plein, waar – nadat de koeien waren weggejaagd – door hen voor ons het nationale volkslied werd gezongen. Na ons goed te hebben ingesmeerd tegen die brandende zon (44 graden), nog een stukje per kameel in galop over de zandduinen in de omgeving (met uitzicht op vele kadavers van runderen), waarna de lunch plaatsvond. Op de weg terug bleek onze chauffeur het plan te hebben opgevat om de rit die heen drie duurde, terug in twee uur te doen. Hij was de driver from hell geworden, die afgezien van wat lanceringen bij hobbels in de weg (en dat zijn er nog al wat) en met hoge snelheid scherp zigzaggend tussen fietsers, kamelen, bussen en jeeps, ook nog een tegenligger schampte. Een fooi heeft hij dus niet gehad. Voor de zekerheid maar even gevraagd of we morgen een andere chauffeur kunnen krijgen.

Agra

Om 05:00 weer op (hoezo vakantie) om om 06:00 te kunnen vertrekken naar Agra voor de ergste hitte. Stop onderweg bij archeologische site (Abhineri Kund), een soort tempel met een groot gat in de grond omringd door heel veel kleine trapjes. Fotograferen was niet toegestaan, maar de conciërge een paar rupees toeschuiven doet wonderen. Later nog bij een groot verlaten paleis geweest, Fatehpur Sikri geheten. Het had meer weg van een dodenstad. Het was heet, erg stoffig, droog en vooral kil en verlaten. Daarna nog naar een nabij gelegen grote moskee geweest, na ons eerst door een haag bedelaars, verkopers en gidsen te hebben gewrongen. Bij de ingang van de moskee zoals gebruikelijk de schoenen achtergelaten en op bloten voeten verder gegaan. Zoals de Hindoes doen aan lijkverbranding, doen de Moslims blijkbaar aan voetverbranding. Het oversteken van de wel heel grote binnenplaats was een pijnlijke bedoening. Zo hier en daar waren wat lappen stof op de brandend hete stenen gelegd om overheen te lopen, maar erg effectief was dat niet bij 43 graden. In de moskee kregen we nog ons eigen bewaker mee, die gewapend met bamboestok de bedelaars uit ons buurt kwam houden (en daar dan nog wat aan hoopte te verdienen). Weer vrij vlot uit de moskee en de haag mensen weer door op weg naar de bus. De chauffeur bleek de bus op een mooi plekje in de zon te hebben gezet, waardoor sommige stoelen te heet waren om op te zitten.

Vroeg in de middag aangekomen in Agra en na een frisse douche per tuktuk naar de Taj Mahal. De tuktuk chauffeur wilde ons wel brengen, drie uur wachten en weer terugbrengen bij het hotel. Heel praktisch werden we aan de andere kant van het park gedropt, zodat we tenminste alle verkopers en bedelaars nog even langs konden. De toegangsprijs was 40 rupees, voor Indiërs wel te verstaan. Buitenlanders moesten maar liefst 750 rupees neertellen. Buitenlanders betalen bij de meeste belangrijke bezienswaardigheden al snel het tienvoudige van wat Indiërs betalen. Men is hier bang voor aanslagen en dus moest iedereen door een detectiepoortje en werden we gefouilleerd. Aan de andere kant van de lijn stonden de gidsen al weer op ons te wachten. Sommige waren gratis (want we betaalden al zoveel voor de toegang…), maar de ervaring leert dat achteraf gratis niet bestaat in India. Via een binnenplaats omringt door vier grote toegangspoorten opnieuw door de detectiepoortjes, waarna we oog in oog kwamen te staan met de Taj Mahal. Veel foto’s van gezien, maar in het echt is ie toch wel mooier. Door het val van het zonlicht kreeg het een surrealistisch uiterlijk.

Na de gebruikelijke photo shoot (voor de kenners: bij het bankje van Diana), de Taj Mahal zelf binnengegaan. Eigenlijk de schoenen weer uit, maar om toeristen verbrande voeten door de gloeiend hete marmeren vloer rond de Taj Mahal te besparen, had men ook overschoenen voor ons beschikbaar (lapje stof met een touwtje) waarmee je naar binnen mocht. Interieur was wel apart. Nadien gewacht op de zonsondergang, wat de Taj Mahal roze zou kleuren. Niet dus. Maar weer terug naar het hotel gegaan, maar dat ging uiteraard zomaar niet. Eerst weer 200 meter door de lading verkopers en bedelaars. De verkopers (waarvan er een paar onder de tien jaar waren), trokken steeds zieliger gezichten en sommigen konden elk moment in huilen uitbarsten…….. totdat een andere groepje toeristen in zicht kwam. Snel in onze gereedstaande tuktuk gestapt, die drie uur op ons gewacht had en ons prompt bij een winkel (waar hij ongetwijfeld commissie voor kreeg) wilde afzetten i.p.v. bij ons hotel. Al van tevoren gehoord dat we moesten zeggen dat we erg moe, ziek, zwak en misselijk waren om zo de meeste kans te hebben daadwerkelijk bij ons hotel te worden afgezet. Na enig aandringen bleek dat te werken. ‘s Avonds nog lekker uit eten geweest. Weer veel mensen in de bediening, maar weer geen een die goed kon rekenen. Van alle gasten was de (geprinte) rekening verkeerd. Zelf kwam ik er nog het beste vanaf. Volgens hun berekening kreeg ik zelfs 14 rupees toe..

De volgende ochtend bleek dat de helft van de eters ziek was geworden. Nog naar de oude binnenstad geweest. Weer lekker chaotisch en druk. Echter, geen andere toeristen te bekennen. Wat sloten en metalen kettingen gekocht voor de komende treinreis. Vanuit het grote Fort Agra nog even een laatste blik geworpen op de Taj Mahal. ‘s Avonds in de startblokken voor de treinreis van 13 uur naar Varanasi. Het treinstation was bij aankomst redelijk rustig, afgezien van een aantal grote families die of de laatste trein hadden gemist of woonden op het perron. Met de rust was het echter snel gedaan. Bij binnenkomst van de trein was het wel even slikken toen we de uitpuilende wagons zagen, maar al snel bleken dat de tweede klas “zit”plaatsen te zijn. Wij hadden echter slaapplaatsen (non-airco) of wat daar voor door moest gaan. Het leek een beetje op de Europese couchettes, al was er geen afscheiding met het gangpad en had men aan de andere kant van het gangpad ook nog wat slaapplaatsen gecreëerd. In ons treinstel zaten zeker 25% meer mensen dan dat er slaapplaatsen waren. Na wat mensen van onze plekken te hebben weggejaagd, konden we onze bagage met sloten en kettingen aan de trein verankeren. Echt wel nodig, want met elke trein komt altijd wel iemand zonder bagage aan.

Na nog even door de tralies het voorbij trekkende landschap te hebben bewonderd, gingen rond 09:30 de lichten uit in het treinstel en werd het grotendeels stil. Althans in de trein. De trein zelf maakte nogal wat herrie en de machinist gebruikte maar al te graag de hoorn. Tegen de hoorn van een passerende trein hielpen zelfs de oordopjes niet. Mijn dagrugzak diende als hoofdkussen en zat met een ketting vast aan het bed (lees: plank). Rond 03:00 voelde ik dat iemand aan mijn dagrugzak zat. Met een hand had ik de man al vast. De man was blijkbaar net zo geschrokken als ik. Het duurde een paar seconden voordat ik door had dat de man een geweer bij zich had en een uniform droeg: politie dus.

Varanasi

Precies op tijd aangekomen in Varanasi en daar in het hotel enigszins gesloopt de dag doorgebracht bij 45 graden. Erg handig is dat elk uur wel een paar keer de stroom uitvalt. Overal zie je (en hoor je) grote generatoren, maar een zaklampje binnen handbereik is ‘s avonds en in de hotelkamer (zonder ramen) geen overbodige luxe. Volgende ochtend op om 04:00 om om 05:00 te vertrekken voor een boottochtje over de heilige Ganges rivier. Het voordeel van een boottochtje is dat je geen last hebt van al die straatverkopers. Dat bleek ijdele hoop te zijn. De verkopers hadden zich volledig aan de situatie aangepast en hadden bootjes volgepropt met souvenirs. Om beurten probeerden ze vervolgens de toeristenbootjes te enteren.

Het baadtafereel in de Ganges (in de top tien van meest vervuilde rivieren in de wereld) bij zonsopgang was wel bijzonder om te aanschouwen, maar de mystiek er omheen viel wat tegen. Bij sommige delen waande je bijna op Zandvoort, met kiosks en muziek aan toe. Ook nog even langs de crematoria gevaren, alwaar al een dame klaarlag op de brandstapel. Verderop meer crematoria, waar de vuren nog brandden. 25 Meter verderop werd al weer volop gebaad in de rivier door pelgrims. Stroomopwaarts vreemd genoeg een dolfijn zien langskomen, stroomafwaarts kwam er nog een in een doek gewikkeld lijk langsdrijven. Na het boottochtje nog wat gewandeld door de nauwe steegjes, die behalve vol zaten met winkeltjes, ook nog bewoond werden door geiten, apen en koeien. De laatste categorie was wat minder prettig om tegen te komen (hoe zit dat met voorrangsregels hier?). Ook de geurtjes waren niet echt plezierig, met name die van de koeienvlaaien. Even een tempeltje bezoeken was er niet bij. Als je te dicht in de buurt kwam, moest je er voor oppassen dat je niet een zakje sperziebonen tegen je hoofd kreeg.

‘s Avonds was de mystiek er wel. Een roeibootje gehuurd en in het donker de Ganges opgegaan. Bij een van de crematoria (lees: brandstapels) uitgebreid uitleg gekregen en daarna op naar de grote avondceremonie van de priesters. Was echter weinig van te zien, aangezien de stroom weer eens was uitgevallen. Wel kon je de muziek horen. Na een tijdje was er weer stroom en was de hele kade verlicht, zodat je de ceremonie goed kon zien. Erg bijzonder. Een onweersbui gooide wat roet in het eten, maar onze roeier had gelukkig al een bootje met afdakje gevonden.

Bhairawa

‘s Morgens vroeg (05:30) weer vertrokken voor de reis naar Nepal. Op zich weinig bijzonders onderweg. Onze begeleider en bestuurder reden echter tot twee keer toe flink verkeerd, waardoor we drie uur later dan gepland aan de grens aankwamen (op zich niet zo vreemd in India). Aan de grens konden we kiezen om of aan te sluiten in de rij of een aantal rupees toe te voegen aan ons paspoort, waarmee onze begeleider voorrang kon krijgen. Laatste dus maar gedaan en 15 minuten later konden we zonder een grenswachter te hebben gezien de grens over. Onze begeleider vroeg ons nog even of we wel wat geregeld hadden voor vervoer in Nepal, want hij en de bus gingen niet verder en er stond volgens hem ook geen vervoer voor ons klaar in Nepal. Dit tot onze verbazing (netjes uitgedrukt), want hij zou dat voor ons hebben geregeld. Een en ander werd nog erger gemaakt door een staking in Nepal, waardoor er ook geen busje geregeld kon worden. We konden wat hem betreft wel een paar riskja’s nemen (met onze bagage…) naar ons hotel, dat 5 km over de grens zou liggen.

Gelukkig dook toen onze Nepalese begeleider op. De Nepalese grensformaliteiten gingen vrij vlot. Er was inderdaad een algemene staking gaande, dus met bagage en al per riksja´s naar ons hotel. Erg rustig overal als er geen vrachtwagens en bussen rijden, nog afgezien van het uitblijven van al dat getoeter. Volgende ochtend enig noodweer en nog steeds een algemene staking. We waren dus gestrand. Onze begeleider had wel tijdens een dinertje de hoogste politiebaas van de regio zover gekregen dat hij ons een politie-escorte meegaf als we zelf vervoer konden regelen, maar helaas was er niets te krijgen. Aangezien ook vrijwel alle winkeltjes gesloten waren, was er ook niet veel te doen in het dorpje zelf. Rustig dagje dus, wat op zich niet zo erg was.

Pokhara

Volgende ochtend 05:30 weer op en 06:30 weer op pad. Het eerste halfuur schoten we flink op, maar eenmaal in de bergen kwam we in een verkeersopstopping van bussen en vrachtwagens. Een bruggetje bleek volledig geblokkeerd te zijn door een verongelukte bus, die op z’n kant voor een kwart over de reling was geschoven. Maar goed dat er geen passagiers in en op (zoals je wel vaker ziet) die bus zaten. Na een half uurtje was de bus een beetje aan de kant geduwd en konden de honderden toeschouwers hun reis weer vervolgen. Verder erg mooie tocht door de bergen. Je kon maar beter voor je kijken en niet net naast je, aangezien de afgrond vaak wel erg dicht bij de zijkant van de bus begon.

Pakhara zelf is een beetje het Zandvoort van Nepal: rond een groot meer en met heel veel (toeristen-)winkeltjes, cafés, restaurantjes en hotels. Het stadje ligt in een valei en is omringt door hoge bergen, sommigen wel 7000 meter hoog. Het is een backpackers-plaats, met name voor mensen die trekkings willen doen in de bergen. Volgende ochtend om 05:00 per krap busje op pad naar een hoog uitzichtpunt. Vanaf de parkeerplaats was het wel nog even 45 minuten via vele trapjes lopen naar boven. De zonsopgang viel door het bewolkte weer wat tegen, maar het uitzicht was toch wel mooi. Daar ook ontbeten. Erg ontspannen (totdat morgen de spierpijn komt..). ‘s Middags nog een boottochtje op het meer gemaakt. Opvallend is dat Nepal een stuk schoner oogt dan India. Ook zijn de verkopers en bedelaars minder opdringerig. Wel vliegen de rupees biljetten er een stuk sneller doorheen.

Kathmandu

Rond 06:30 op weg naar Kathmandu. Erg mooie tocht van 8 uur door de bergen. Dit keer een chauffeur die aantoonde dat het helemaal niet nodig is om elke 5 seconden te toeteren. Aan de rand van de stad nog de stupa van Swayambhunath bezocht, die boven op een heuvel ligt. De Stupa is 2000 jaar oud en wordt bewoond door tientallen apen, die ook van zakjes chips bleken te houden. Kathmandu zelf is op het eerste gezicht een drukke en vervuilde stad, maar als je de luchtvervuiling en motoren (die je zelfs in de smalste steegjes luid toeterend tegemoet komen) wegdenkt is het best wel een aardige stad. Te voet naar het Durbar Plein gegaan, dat tevens een World Heritage Site is. Toeristen moeten 200 rupees toegang betalen, terwijl iedereen die niet op een toerist lijkt niets betaald. Het leek ook een doorgaande weg te zijn, aangezien riksja’s, fietsers, brommers en motoren je links en rechts inhaalden. Het plein zelf bevat veel tempels en was toch wel de moeite waard. Erg duur uit eten geweest, maar wel erg lekker.

Volgende ochtend eens uitgeslapen (zover dat kon met de herrie buiten) en pas om 08:00 op stap naar het stadje Bhaktapur. Met 750 rupees toegang om het stadje in te mogen maakten ze het wel heel bont. Toch maar gedaan, ook al hoefden niet-westerlingen niets te betalen en bleek er ook geen echte ingangscontrole te zijn. Was erg leuk om in rond te dwalen. Het hele stadje is een World Heritage Site (UNESCO). Terwijl ik een foto maakte van de Nyatopola Tempel, werd ik aangesproken door een jonge dame die op de trappen daarvan zat. Het bleek een oude bekende te zijn. Kleine wereld toch. Vervolgens naar het Pashupatinath tempelcomplex geweest. Daar een hele crematie ceremonie meegemaakt, inclusief de zuivering in de heilige rivier Bagmati en de bijbehorende lijkverbranding. Erg bijzonder om dat van zo dichtbij meegemaakt te hebben. Laatste stop was de stoepa van Bodhnath, de grootste Boeddhistische stoepa (heiligdom) van Nepal en naar verluidt de mooiste in de wereld. Overal in Nepal veel politie checkpoints en militaire posten (verstevigd met bergen zandzakken)

Chitwan National Park

Via mooie route aangekomen in Chitwan National Park, een oase van rust. De basic accommodation die we geboekt hadden, bleek beter te zijn dat de hotels tot nu toe. Bovendien kon je vanuit het raam zo nu en dan koeien en olifanten voorbij zien lopen. Eerst per jeeps er op uit getrokken. Leuk tripje, maar afgezien van wat mieren en stipjes in de verte geen wilde dieren gezien. ‘s Morgens per gammel bootje over de rivier gevaren. Wederom geen beest gezien. Varen bleek niet echt nodig, want vlak voor ons stak een lokaal iemand de rivier over, waarbij het water niet eens tot aan z’n knieën kwam. De Elephant Breeding Farm was een stuk leuker om te bezoeken. Er waren onder andere een paar baby olifantjes die wel met iedereen wilden spelen.

‘s Middags op een olifant door de rimboe. Erg leuk. Een pad was niet echt nodig, want met een olifant loop je gewoon rechtdoor of er nu een boompje staat of niet. Een beekje van 1,5 meter diep is dan ook geen probleem. Met je voeten bekneld raken tussen de olifant en een grote boom is niet aan te raden. Zowaar wat dieren gezien, waaronder neushoorns, krokodillen, herten en veel vogels. En dat van soms minder dan 15 meter afstand. Erg comfortabel zit het niet op zo’n bakje op een olifant en je werd dus behoorlijk bont en blauw geschud. Bij het uitstappen bijna gelanceerd toen zowel ik als de op z’n knieën zittende olifant gelijkertijd opstonden. ‘s Avonds nog een ander restaurantje opgezocht, maar ook daar was het 1,5 tot 2 uur wachten op je bestelling.

New Delhi

‘s Morgens 06:15 weer op pad in een veel te kleine bus, waarbij een groot aantal yogalessen noodzakelijk was om een comfortabele zithouding te vinden. De chauffeur zat weer met z’n hand vastgeplakt aan de claxon en met z’n voet vast aan het gaspedaal. Wel waren we daardoor in recordtijd aan de grens. Na de gebruikelijke formuliertjes invullen waren we zo door de Nepalese grenscontrole.. De Indiase grensformaliteiten gingen wat trager, waarschijnlijk mede door het ontbreken van een rupees biljet in onze paspoorten. Aan de Indiase kant waren jeeps voor ons geregeld die ons naar het treinstation in een nabijgelegen (twee uur rijden) stad zouden brengen. Veel erger dan de bus in Nepal kon het niet worden…. dachten we. Er bleek maar 1 jeep te zijn en dus werd er voor ons een bus gehuurd. Erg knus. Een wrak is een beter woord. Voor de huurprijs hadden we hem waarschijnlijk ook wel kunnen kopen. Wel moesten de chauffeur, de bijrijder, de eigenaar en de tassendrager ook nog mee. Onze charter bleek later ook een lijnbus te zijn geworden, dus werden hier en daar wat mensen opgepikt. Dat er tijdens de reis een raam uit de sponning viel mocht de pret niet drukken. Even uitgeblazen in een van de beste restaurants van de stad, maar de bediening (acht man) was slechter dan ooit. Na ruim een half uur wachten hadden we onze drankjes (lees: flesjes Cola en Fanta) pas.

Daarna per riksja’s naar het erg drukke station. Van het perron werd en passant nog even een dode Indiër in een wit laken gewikkeld en niet al te zachtzinnig achterin een verroeste auto gekwakt, ons enigszins verbijsterd achterlatend. Veel tijd om e.e.a. op je in te laten werken was er niet, aangezien de trein er al aan kwam en het gevecht om de trein in te komen moest beginnen. Om de trein in te komen moest nog wel even om een koe gemanoeuvreerd worden, die ook op het perron stond. De trein werd schoongehouden door een menselijke stofzuiger, in de vorm van een verwaarloosd jochie van een jaar of twaalf die op handen en voeten gekropen met een soort zelfgemaakt vegertje de stof en troep naar links en rechts van het gangpad verplaatste. Mijn bed (lees: plank) bovenaan was gezien de laag stof die erop lag duidelijk de laatste maanden door niemand schoongemaakt. Het uitzicht was wisselend, met af en toe idyllische beekjes met ongebruikelijke kleuren en de meest walgelijke geuren die je je kan voorstellen. Veel verkopers in de trein. Zo waren er de verkopers van WC-bezoek verhogende maaltijden, verkopers van thee uit een grote ketel, schoenpoetsers en geldinzamelaars voor straatkinderen en voor zichzelf.

‘s Morgens redelijk op tijd aangekomen in Delhi. De buitenwijken hebben een trieste aanblik met industrie en grote krottenwijken. New Delhi Central was een erg druk station, maar slingerend met een grote weekendtas is er zo een wandelpad door de menigte gecreëerd. Delhi zelf wordt geteisterd door smog. Wolken zie je niet, maar toch is de zon amber zichtbaar. Overal is het erg stoffig en na een halve dag sightseeing ben je behoorlijk smerig. Erg veel behulpzame mensen hier die hun Engels willen oefenen en ook nog een bijzonder goede winkel voor je weten aan te wijzen. Zo ook onze tuktuk driver, die wel een goede plek wist om te winkelen. Twee bewakers deden de hoge hekken voor het terrein voor ons open en binnen stonden zeker twintig personeelsleden klaar om ons te helpen. Veel klanten kregen ze blijkbaar niet, want in alle zalen (en dat waren er nogal wat) werd voor ons speciaal het licht aangedaan, zodat we de erg prijzige souvenirs nog beter konden bekijken. Zo ook een replica van de Taj Mahal van twee meter hoog (special price!) maar niet gekocht. Het personeel bleef teleurgesteld achter, in het donker wachtend op de volgende slachtoffers.

Wederom het bekende bestel en betaal drama bij het ontbijt. Ook al zaten er maar twaalf mensen in het restaurant, de bestellingen liepen weer helemaal fout. Na veertig minuten dan eindelijk de bestelde thee, maar de omeletje was nog niet in zicht. Of eigenlijk wel. Tot twee keer toe is te zien dat een omeletten op een leeg tafeltje wordt neergezet, daar tien minuten staat koud te worden en vervolgens weer terug naar de keuken werd gebracht. Na een uur dan eindelijk de omeletten gekregen. Daarna ook weer standaard de verkeerde rekening gekregen, daarover geklaagd, waarna een uitgebreide discussie in Hindi plaatsvond. Gewoon maar weggelopen en de rekening ‘s avonds betaald.

New Delhi – Frankfurt – Amsterdam

Om 03:30 al gereed voor vertrek naar het vliegveld. Het was nog even wachten op de reisbegeleider, maar die kwam niet opdagen. Dus maar zonder hem naar het vliegveld gegaan en met slechts een half uur vertraging back to reality gevlogen.

Slideshow van mijn foto’s van Noord India:

Slideshow van mijn foto’s van Nepal: