Route Uganda

Reisverslag Oeganda

Rondreis Entebbe, Kampala, Lake Mburo NP, Lake Bunyoni, Queen Elisabeth NP, Fort Portal, Kibale Forest, Fort Portal, Murchison Falls NP, Jinja, gorilla’s, chimpansee’s

Kampala

Via Istanbul naar Oeganda gevlogen. Beide vluchten is het achterin vrij leeg en heb je een heel rijtje stoelen voor jezelf. Midden in de nacht nog een tussenstop in Kigali, Ruwanda. Een wel heel erg uitgestorven vliegveld met 1 gebouwtje en een paar kleine vliegtuigjes. Die van Entebbe (Oeganda) is wat groter, compleet met 3 loopbruggen, maar apart genoeg stopt het vliegtuig daar niet moeten gewoon over het vliegveld naar de aankomsthal lopen. Vrij snel door de paspoortcontrole, hoewel de beambte oorspronkelijk mijn paspoort aan een andere passagier had meegegeven… Voor de hoeveelheid passagiers, lag er wel heel erg veel bagage op de bagageband te liggen. De bagage moet bij de douane nog even door de scanner, maar wederom niemand die naar het scherm keek.

Gelijk door naar Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Een hele drukke stad met zo’n 10 miljoen inwoners. Middelpunt van de stad is het busstation, of beter gezegd: een vlakte met honderden minibusjes. Daaromheen in de hitte een gekrioel van mensen en ander verkeer dat zich al zigzaggend een weg zoekt. Een hele ervaring. Nog even shoppen bij de supermarkt voordat we de wildernis in trekken.

Lake Mburo NP

Kampala is een grote stad en dus duurt het wel even voordat we de stad uit zijn. Het landschap buiten de stad is anders dan in veel andere landen in de regio, aangezien het land grotendeels uit plateaus en berguitlopers bestaat. Het laagste punt is zo’n 600m boven zeeniveau.

We stoppen even bij de evenaar. Graag laat men daar het trucje zien dat noord van de evenaar het water linksom draaiend wegloopt e. Zuidelijk rechtsom draaiend wegloopt. Wetenschappelijk gezien blijkbaar niet mogelijk op zo’n korte afstand, maar altijd leuk om te zien. We lunchen ergens in de middle of nowhere, maar binnen een mum van tijd heeft zich alweer een groep kinderen verzameld die ons gade slaat.

Eind van de middag komen we aan in Lake Mburo NP, waar we in game drive doen. In het begin zien we weinig dieren, maar uiteindelijk worden we niet teleurgesteld. We zien o.a. zebra’s, giraffe’s, apen en impala’s. We kamperen bij het meer, midden in het National Park. Er is daar ook een feestje van mensen uit een naburig dorp. Als die weg zijn, is er bijna niemand meer. Een gewapende ranger blijft ’s nachts over ons waken. Geen overbodige luxe, want de campground heeft geen omheining en het meer zit vol met nijlpaarden en krokodillen. Liggend in je tentje hoor je de nijlpaarden brullen en lijkt alsof ze naast je tent staan.

Lake Bunyoni

Na nog een gamedrive door het park, reizen we door naar Lake Bunyoni. Onderweg verandert het landschap en trekken we bergen in. Onderweg komen we langs thee- en bananenplantages. Maar weinig verkeer op de weg, maar opvallend veel fietsers ondanks de vele hellingen. Veelal bepakt met jerrycan met drinkwater of heel veel bananen. We zetten onze tenten op aan de oever van Lake Bunyoni.

De volgende ochtend gaat om 05:00 de wekker en een half uurtje later rijden we in de mist naar Virgo National Park op de grens met Congo om een Gorillatrekking te doen. Als we wat hoger komen, zien we de mist in de dalen liggen. Erg mooi gezicht. Na een korte briefing over wat we gaan doen, horen we dat we in een groep van acht deelnemers de lange trekking gaan doen. We moeten nog een uur rijden, voordat we bij ons vertrekpunt zijn. Daar worden we door een gids opgewacht. We worden begeleid door 3 politieagenten met geweren die voor, achter en tussen ons lopen voor onze veiligheid. Een groep trackers is al voor ons vertrokken om de gorilla groep te vinden, aangezien de groep zich steeds verplaats. Het is een flinke klim om het bos te bereiken, maar daarna ging de helling. De eerste 2,5 uur zijn er nog enerzijds begaanbare paden, grotendeels gemaakt door olifanten die in het gebied leven. Daarna moeten we van de paden af en banen we ons een weg door het struikgewas, wat ook nog wel redelijk te doen was. Onze begeleiders maken met kapmessen het pad vrij. Na nog een flink stuk lopen horen we takken breken en zien we struiken bewegen: we hebben de groep gevonden. De gids gebaart ons dichterbij te komen en kunnen we op nog geen 10 meter een gorilla zien zitten, die even later heel hard in onze richting begint te brullen. Geschrokken (en na een korte hartstilstand) deinzen we achteruit, maar blijkbaar is het geen teken van agressie. De gorilla loopt van ons weg en in de verte zien we er nog een paar, waaronder een kleintje van 3 maanden. We kunnen dichterbij komen en zien een groepje van 6 gorilla’s zitten. We moeten minimaal 7 meter afstand houden, maar ineens zit er eentje minder dan 5 meter van ons af. Het groepje gorilla’s trekt snel weer verder, aangezien onze aanwezigheid ze onrustig maakt zonder de Alpha male in buurt: ze trekken in zijn richting. Terwijl onze begeleiders het pad vrijmaken, hebben ze niet door dat een gorilla vlak voor ze zit die dan ook luid begint te brullen. Onze begeleiders schrikken en vliegen achteruit (en wij dus ook..). Uiteindelijk stuiten we op de Alpha male, een grote zilverrug berggorilla van zeker meer dan 150 kilo, die zich niet lijkt te storen aan onze aanwezigheid. De rest van de gorilla’s is ineens ook niet meer onrustig. Volgens onze gids omdat ze zich door de alpha male beschermd voelen. Het is een indrukwekkend gezicht als het alpha mannetje op staat en begint te lopen. Ook de andere gorilla’s zetten zich in beweging. We volgen ze, wat nog niet zo makkelijk was. De hellingen waar ze langs lopen zijn zeer dicht begroeid. Onze begeleiders proberen een pad ze maken, wat een hels karwei bleek ze zijn. Voor ons is het flink klauteren en houvast vinden aan bomen en lianen, aangezien we niet kunnen zien of er grond onder onze voeten zit, je voeten blijven haken achter planten en lianen, de grond onder je wegbreekt of verrot hout afbreekt als je het vast pakt. We stoppen regelmatig als we weer dicht bij de gorilla’s zitten en omdat onze begeleiders niet altijd een doorgang kunnen maken. Een echte adrenaline kick. Na 1,5 uur zijn we onderaan de berg en staken we het volgen. Even bijkomen. Er is geen pad in de buurt, dus moet er weer een gemaakt worden om weer boven op de berg te komen. Het is een ware hindernisbaan en flink ploeteren voor iedereen. Ondertussen valt er ook nog een bui wat e.e.a. er niet makkelijker op maakte. Je hebt geen idee hoe lang je nog moet. Uiteindelijk kost het ons ruim een uur om weer boven op de berg komen. Daarna blijken we nog 2 andere bergen over te moeten, wat nog eens ruim 2 uur koste. Iedereen is behoorlijk aan het einde van zijn Latijn als we uiteindelijk weer op onze startpunt uitkomen. Rond 20:00 zijn we uitgeteld weer bij onze tenten, een fantastische ervaring rijker.

De volgende dag een rustdag om bij te komen. We maken een boottocht over Lake Bunyoni, een enorm kratermeer met daarop verschillende eilandjes. Erg ontspannend.

Queen Elisabeth NP

Verder rijdend komen we weer in een ander landschap met veel bananenplantages. Fietsen behangen met bananen. De berijders hebben moeite om de heuvels op te komen. Even later zit je tussen de theeplantages, zo ver je kunt kijken. Mooi gezicht. De theestruiken zijn lager dan die je doorgaans in Azië ziet. De doorgaande wegen zijn hier doorgaans goed.

Tijdens onze picknick lunch krijgen we bezoek van een groep bavianen, die blijkbaar ook wel trek hebben. Hoog in de bomen blijken ook nog wat cobusapen te zitten.

Op een gegeven moment houdt de geasfalteerde weg op en kijken we uit op een enorme vlakte: de riftvallei. Het is duizenden km lang en zeker 60km breed. Het zou zijn ontstaan de schuivende aardplaten. De meren in het gebied zijn dan ook in feite kratermeren. In de verte zien we al een paar eenzame olifanten lopen. In het gebied ligt het Queen Elisabeth National Park. We maken daar een paar game drives. Het is flink speuren naar de dieren, maar komen er toch nog best wat tegen. Met name de Uganda Kobs (herten) en waterbokken. We maken ook een boottocht over het Kazingakanaal, dat twee grote meren verbindt. Aan en in het water liggen grote groepen Buffels en Nijlpaarden, maar we zien o.a. ook een kudde olifanten, een groep bavianen en zwijnen. Ook zijn er honderden volgens, van pelikanen en ijsvogels tot maribu’s en kraanvogels.

We rusten even uit bij een mooie lodge, waar de kamers rond de 400 dollar blijken te liggen. Je hebt dan wel mooi uitzicht op de omgeving. Even genieten van een koude cola, WiFi en mooie (werkende WCs) voordat we weer terugrijden naar onze tenten op een simpele campground. Daar bleken enorme zwermen kleine vliegjes (lakens flies geheten) te zijn neergestreken. Gelukkig waren de tenten goed afgesloten. In de de omgeving honderden zwaluwen die op de vliegjes afkwamen. De volgende ochtend was de zwerm weg en zien we boven het wat zwarte wolken, wat miljoenen van die vliegjes blijken te zijn. Heel apart.

Verder noordelijk rijdend, stoppen we nog even bij de evenaar. Hier alleen een betonnen boogje als markering. Er is verder niemand en ook zijn er geen winkeltjes. Vlak erna de afslag naar de grens met Congo, wat zo’n 50 km verderop ligt. We rijden toch maar rechtdoor.

Fort Portal

Onderweg naar Fort Portal stoppen we nog even bij de Mark van Kasesse. Het is heel erg druk en verkoopt er van alles: van bananen en kleding tot geiten en koeien. We trekken wel de nodige aandacht als we er rond lopen, maar niemand valt ons lastig.

Fort Portal is – voor Oegandese begrippen – modern stadje. We doen er snel even wat boodschappen en wisselen geld, voordat we naar onze campground verder rijden. Volgende dag om 06:00 al op pad, want we willen in het Kibale Forest zijn voordat andere toeristen arriveren. We doen een wandeling door het tropische regenwoud onder leiding van een gewapende ranger, aangezien er in het gebied ook bosolifanten leven en die deels van dezelfde paden gebruik maken. We hebben mazzel. Na nog geen halfuurtje wandelen stuiten we op een groep chimpansees. Eerst zien en horen we ze hoog in de bomen, maar later ook een aantal op de grond waaronder de Alpha male. Die liet ook even luid van zich horen en leek ook gelijk een deel van het woud af te breken om te tonen hoe sterk je is. We mogen niet bewegen als hij vlak voor ons langs rent. Andere chimpansees zitten of liggen rustig, schijnbaar niet gestoord door onze aanwezigheid. Heel bijzonder om ook deze dieren van zo dichtbij te zien in hun leefomgeving. We zien ook nog wat andere apensoorten, maar niet in de omgeving van de chimpansees, aangezien die ze als maaltijd zien. Zoals in elk regenwoud, is het weer er heel onvoorspelbaar: het ene moment is het vrijwel onbewolkt, een kwartier later zit je in een stortbui. Als je er rondloopt, zie je door de hoge en dichte begroeiing sowieso weinig ligt.

Een stuk verderop ligt het Bigodi Wetland, een moerassig gebied. Hier zien we ook verschillende apensoorten en veel vogelsoorten. In de zon brand je behoorlijk weg. ,’s-Avonds gaan we nog een keertje terug naar het regenwoud en maken daar onder leiding van een ranger een nachtwandeling. Heel apart zo in het donker, ook aangezien er verder niemand is. We zien wat kleine nachtaapjes in de bomen, die meer weg hadden van grote ratten.

Ziwa NP en Murchison Gallery NP

In Ziwa National Park kamperen we midden in het park in een door een stalen hek omheind terreintje van nog geen 50 x 50 meter. Geen overbodige luxe blijkt al snel als we in de verte Neushoorns zien lopen. ”s-Avonds krijgen een flinke tropische stortbui over ons heen. De volgende ochtend staan er een aantal net buiten het hek te grazen. We maken met parkrangers een wandeling door het gebied en stuiten daarbij op nog een paar Neushoorns. Was wel heel dichtbij, maar de park-rangers zeiden dat het wel OK was. Wel heel apart zo dichtbij.

Richting Murchison Gallery NP verandert het landschap. Je merkt dat we lager zitten, want de temperatuur loopt snel op. Onderweg komen we in een stad een uur lang muurvast te staan in het verkeer. Daarbij hielp het niet dat er in de berm spontaan een extra rijstrook ontstond en dat verkeer zich er steeds weer tussen propte als ze in berm niet verder konden rijden.

Op de campsite van Murchison Falls NP is het een stukje drukker dan we gewend zijn. Op de campsites tot nu toe waren er hooguit 10 andere gasten. We nemen de ferry naar de andere zijde van de rivier, die duidelijk z’n beste tijd al gehad had. We maken een uitgebreide game drive door het park (ter grootte van de randstad). Er zijn heel veel kleine hartebeesten, buffels en kleine hertjes te zien. Het is flink zoeken, maar uiteindelijk zien we ook een paar leeuwen verstopt in de struiken. Het park heeft z’n naam te danken een waterval. De waterval zelf is niet zo spectaculair, maar het is mooi het de watermassa door een kloof te zien donderen voordat het naar beneden stort. We varen nog een paar uur over de rivier: de Witte Nijl. De oevers worden voornamelijk bewoond door – hoe kan het ook anders – nijlpaarden en krokodillen.

Jinja

Vanaf de campground reizen we nog 1,5 uur hobbelen voordat we de rand van het National Park bereiken. Daarna weer geasfalteerde wegen. Het is druk en af en toe staan we stil in een file, deels door ongevallen. De stukken met langs de route veelal geïmproviseerde huisconstructies maken plaats voor een duidelijk wat welvarender deel van het land, met name aan de rand van Kampala. Richting Ninja zien we grote suikerriet plantages. In Jinja zelf zie je de koloniale Britse invloeden, al lijkt vrijwel geen koloniaal gebouw te zijn onderhouden sinds de Britten vertrokken zijn. We maken een boottochtje over de Nijl en zien het punt waar de Nijl ontspringt. Het water schijnt er drie maanden over te doen om de Middellandse zee bij Egypte te bereiken. We varen nog een stukje door en komen uit op Lake Victoria een groot meer dan ook grenst aan Kenia en Tanzania.

Terug naar Kampala de gebruikelijke verkeerschaos. We wandelen nog wat rond in Kampala voordat we de volgende ochtend het vliegtuig terug naar Nederland pakken.